Taak c met lef

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Stappenplan vragen stellen

1. Bedenk wat je wilt weten.

2. Bedenk aan wie je de vraag kan stellen.

3. Bedenk of je het beste 'je' of 'u' kunt zeggen.

4. Bedenk welke vraag je gaat stellen.

5. Ga na of het uitkomt dat je nu je vraag stelt.

6. Stel je vraag.

1. Wat wil Leroy weten?

2. Aan wie stelt Leroy zijn vraag?

3. Gebruikt Leroy het juiste taalgebruik ('u' of 'jij')?

4. Welke vraag stelt Leroy?

5. Gaat Leroy na of de ander tijd heeft om zijn vraag te beantwoorden?

Zeg het met gevoel

Pok

Pssssssst

Kijk nou uit, ik zit er helemaal onder!

Mevrouw, mag ik u wat vragen?

Heeft u een zakdoekje voor me?

Oh ja hier, neem het hele pakje maar.

Belangrijke gespreksregels

- Kijk de ander aan.

- Gebruik nette en beleefde taal.

- Laat de ander uitpraten.

- Zorg dat de ander je goed kan verstaan: Spreek duidelijk.

Videofragmenten

1 blijft op haar telefoon kijken

2 praat met volle mond

3. brutaal

Controlevraag

Soms weet je niet zeker of je een antwoord goed hebt begrepen. 

Dan kun je dit controleren door een controlevraag te stellen.

Vervolgvraag

Als je een antwoord hebt gekregen op je vraag, kun je dus controleren of je het antwoord goed hebt begrepen.

Als je het antwoord niet begrijpt of meer wilt weten, kun je een vervolgvraag stellen.

Kort en bondig

Screenshot