Doordenken : hfdst 3 Over goed en kwaad

Over goed en kwaad
Les 1  Goed en Kwaad.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Over goed en kwaad
Les 1  Goed en Kwaad.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Je hebt kennis gemaakt met het moreel goed en kwaad.
  • Je begrijpt dat er dilemma's zijn op dit gebied
  • Je begrijpt dat iedereen een persoonlijke mening heeft over goed en kwaad. 
  • Je kent de rol van intuïtie/ geweten in morele kwesties.
  • Je weet dat dit ontwikkeld wordt vanaf de jeugd. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-brainstorm: Wat maakt de mens goed
- situaties Poll: goed of kwaad?
- The Trolley Dilemma + Poll
- vervolg op Trolley Dilemma+ Poll
- kort filmpje
- theorie: intuïtie of geweten
extra: Filmpje: Marshmellow test.

Slide 3 - Tekstslide

Wat maakt een mens
Goed?

Slide 4 - Woordweb

Naar school fietsen
A
goed
B
kwaad
C
neutraal

Slide 5 - Quizvraag

een gevonden identiteitskaart naar het gemeentehuis brengen
A
goed
B
kwaad
C
neutraal

Slide 6 - Quizvraag

een gevonden identiteitskaart op straat laten liggen
A
goed
B
kwaad
C
neutraal

Slide 7 - Quizvraag

Een zwerver geld geven
A
goed
B
kwaad
C
neutraal

Slide 8 - Quizvraag

Een zwerver groeten en geen geld geven
A
goed
B
kwaad
C
neutraal

Slide 9 - Quizvraag

The Trolley Dilemma
Stel je voor. Je loopt toevallig langs een treinspoor en hoort plots het geluid van een snel naderende trein. Tot je grote schrik, zie je dat op datzelfde spoor vijf spoorwerkers die aan de slag zijn met oorbeschermers op tegen het lawaai. Hoe hard je ook schreeuwt en hoe heftig je ook gebaart, de spoorwerkers hebben niets door. De trein kan niet op tijd remmen. Je staat bijna machteloos… Bíjna, want binnen handbereik is een wissel die je handmatig kunt omzetten. De trein zal dan op een zijspoor gezet worden dat later weer op het oorspronkelijke spoor uitkomt. Op dit zijspoor zie je een dikke man liggen die slaapt en de trein zou stoppen in het geval van een botsing. Je moet kiezen: niks doen, vijf mensen om laten komen en de dikke man ongedeerd laten, óf de wissel omzetten en vijf mensen redden ten koste van de dikke man. Wat zou jij doen?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is beter?
A
Geen keuze maken: de 5 mensen sterven
B
de wissel omzetten en de dikke man laten sterven

Slide 11 - Quizvraag

Maar nu passen we het scenario iets aan.
 Je ziet weer de trein aankomen, en weer staan er vijf spoormensen op ramkoers. Dit keer is er geen wissel, maar sta je op een brug. Voor je staat weer een dikke man, en je weet dat je de spoorwerkers alleen kan redden als je de dikke man van de brug afgooit op het spoor, zodat die de trein zal stoppen voor de trein op de werkers botst (de man is echt heel dik). Wat doe je nu? Gooi je de man op het spoor?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is beter?
A
Geen keuze maken: de 5 mensen sterven
B
De man van de brug af gooien en de trein laten stoppen

Slide 13 - Quizvraag

intuïtie of geweten
Meestal voelen mensen met hun intuïtie of geweten wat het onderscheid is tussen goed en kwaad. 
De ene mens heeft een sterker ontwikkeld geweten dan de ander. Het heeft te maken met : opvoeding , geloof en cultuur.
Een jong kind heeft nog niet echt een ontwikkeld geweten. 
De opvoeding en de mensen in zijn leven geven 'zijn geweten een stem'. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Einde van de les.
Je hebt kennis gemaakt met het moreel goed en kwaad.
Je begrijpt dat er dilemma's zijn op dit gebied
Je begrijpt dat iedereen een persoonlijke mening heeft over goed en kwaad. 
Je kent de rol van intuïtie/ geweten in morele kwesties.
Je weet dat dit ontwikkeld wordt vanaf de jeugd. 

Slide 16 - Tekstslide

Vervolg Goed en Kwaad : Normen  of regels

Waarom bestaan er regels?
Dat gaan we uitzoeken

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Met welke regels van school ben jij het NIET eens?

Slide 19 - Open vraag

Met welke regels van school ben jij het WEL eens?

Slide 20 - Open vraag

We schrappen alle regels op school..
Wat gebeurt er?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Wat valt je op?

Slide 23 - Woordweb

Normen
  • Er zijn ongeschreven regels: Je laat iemand met weinig boodschappen voor.. (?)
  • Er zijn geschreven regels ( regelementen, schoolwetten etc)
  • Er zijn wetten ( Verboden toegang, mondkapje voor etc) 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Waarom bestaan er regels?
  1.  Regels zijn er omdat het samenleven van mensen tot een chaos zou worden.
  2. Regels zorgen dat het goede en het zinvolle gebeurt ( niet roken om gezond te zijn, behalen van je diploma)

Slide 27 - Tekstslide

les 3
De gouden regel


Slide 28 - Tekstslide

De gouden regel
We hebben de gulden / gouden regel al besproken in de lessen:
Behandel een ander, zoals je zelf behandeld wilt worden.
Dit is een menselijk beginsel;
Van waaruit een mens moet handelen om een goed mens te zijn. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit waarom Laura langzaam maar zeker uit de criminaliteit is gestapt.

Slide 32 - Open vraag

Noem een eigen voorbeeld van een situatie waarin je uitgaat van de gulden regel.

Slide 33 - Open vraag

Gulden Regel in de levensbeschouwingen. 
Hindoeïsme: Doe uw naaste niets wat gij hem later niet u wenst te doen. 
Jodendom: Wat onaangenaam voor u is, doe dat ook niet tegen uw medemens. 
Boeddhisme: Kwets anderen niet op wijzen die gij zelf kwetsend zou vinden. 
Christendom: En gelijk gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo. 
Islam: Geen van u is een gelovige totdat hij voor zijn broeder wenst, wat hij voor zichzelf wenst.  

Slide 34 - Tekstslide

Welke van de 10 geboden ken je ( nog)?

Slide 35 - Open vraag

De 10 geboden
  1. Er is maar één God. 
  2. Je mag geen andere goden dienen. 
  3. Je mag de naam van God niet zomaar uitspreken. 
  4. De laatste dag van de week moet je rusten. 
  5. Eer je vader en moeder. 
  6. Je mag iemand niet doodslaan. 
  7. Je mag iemand van wie je houdt, niet in de steek laten. 
  8. Je mag niet stelen. 
  9. Je mag niet liegen. 
  10. Je mag niet iets van een ander willen hebben.  

Slide 36 - Tekstslide

Denk je dat de samenleving goed zou zijn , als iedereen zich eraan houdt?

Slide 37 - Open vraag

Jezus geeft een nieuwe betekenis aan de wet:

'Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is' - deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak:
'Heb uw naaste lief als uzelf.'

Rom. 13,9

Slide 38 - Tekstslide