§6.5 Wetteloos en nieuwe rechten

Staatsinrichting in Nederland

Wetteloos en nieuwe rechten
Je kunt 8  punten verdienen!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting in Nederland

Wetteloos en nieuwe rechten
Je kunt 8  punten verdienen!

Slide 1 - Tekstslide


Zoek op internet: wat is het verschil tussen klassieke  grondrechten en sociale grondrechten?
Voeg hieronder toe het gevonden antwoord:
timer
2:30
Hierna: leerdoelen.

Slide 2 - Open vraag

Aan het eind:
1. weet je het verschil tussen klassieke grondrechten en sociale grondrechten en van beiden voorbeelden te benoemen.

2. kun je benoemen de redenen waarom er steeds meer tegenstellingen in de Nederlandse samenleving komen;

3. weet je te verwoorden welke rol het populisme speelt in de groei van deze tegenstellingen; 

Hierna: uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

In 1848 vindt een grondwetswijziging plaats, waarin staat dat de koning (Willem II) zijn macht inlevert en geeft aan het volk. Deze grondwetswijziging is gemaakt door Rudolf Thorbecke.
In deze nieuwe grondwet staan ook klassieke grondrechten (ook wel vrijheidsrechten). 
Deze grondrechten beschermen de burgers tegen de macht van de regering. 

De bekendste klassieke grondrechten:





Alleen tijdens de WOII was het anders. Ons land is dan bezet door nazi-Duitsland, gevolg: totalitaire dictatuur. Ook was sprake van gelijkschakeling: alle verenigingen en organisaties moeten zich houden aan de ideeeën en regels van de nazi's.





1. recht op gelijke behandeling (art. 1);
2. vrijheid van godsdienst;
3. vrijheid van meningsuiting;

4. vrijheid van drukpers;
5. vrijheid van vergadering en vereniging;
6. vrijheid van onderwijs

Slide 4 - Tekstslide

Sinds 1848 hebben we dus in klassieke grondrechten, maar dit is in 1983 uitgebreid met sociale grondrechten. Sociale grondrechten zorgen ervoor dat de overheid verplicht is de burgers te beschermen, waardoor het welzijn van de burgers verbetert.

Voorbeelden van sociale grondrechten:
1. recht op bestaanszekerheid (in ieder geval een redelijk bestaan);
2. recht op onderwijs (bv onderwijs moet goed zijn);
3. recht op gezondheidszorg (bv genoeg ziekenhuizen);
4. recht op woongelegenheid (bv genoeg woningen);
5. recht op bewoonbaarheid (bv aansluiting op water);
6. recht op werk (bv genoeg banen);
Hierna: JORT - uitlegfilmpje klassieke en sociale grondrechten (+ 3 min)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Hierna: een sleepvraag.
Wat is een voorbeeld van een sociaal grondrecht?
A
vrijheid van onderwijs
B
vrijheid van meningsuiting
C
het recht op gelijke behandeling
D
het recht op rechtsbijstand

Slide 7 - Quizvraag

Hierna: sleepvraag
Klassieke grondrechten:
Sociale grondrechten:
Klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
Vrijheid van godsdienst
Vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van drukpers
Vrijheid van onderwijs
Recht op bestaanszekerheid
Recht op bewoonbaarheid
Recht op werk
Recht op rechtsbijstand

Slide 8 - Sleepvraag

Je ziet een print screen van 5:30. 
Sleep de voorbeelden van sociale rechten naar de juiste plek:
Hierna: uitleg populisme
recht op bewoonbaarheid van het land.
recht op gezondheidszorg
recht op rechtsbijstand
recht op bestaanszekerheid
recht op onderwijs
recht op woongelegenheid
recht op werk

Slide 9 - Sleepvraag

In de politiek heb je diverse stromingen, bv het liberalisme, het socialisme en het confessionalisme.
Daarnaast bestaat ook het populisme (géén zuil!), wat is een omschrijving:
"Het populisme is een stroming waarbij een partij zich richt op het 'gewone' volk en zich afzet tegen de mensen die het land besturen. Ze gebruiken vaak begrijpelijke taal en felle woorden om hun boodschap over te brengen. Ook versterken ze (negatieve) ideeën uit de samenleving om meer stemmers te krijgen. 
Een populistische partij ontstaat vaak rond een leider die alle aandacht krijgt. Soms worden populisten er ook van beschuldigd dat ze kiezers voorliegen om populair te worden. Populistische partijen komen meestal op als een deel van de samenleving ontevreden is over de politiek en regering"
Hierna: filmpje Populisme - Clipphanger (+ 1 min).

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Twee uitspraken:
1. Een populist spreekt altijd namens de elite / het volk

2. Een populist heeft altijd / nooit vertrouwen in de regering van het land. 
A
1. de elite, 2. altijd
B
1. de elite, 2. nooit
C
1. het volk, 2. altijd
D
1. het volk, 2. nooit

Slide 12 - Quizvraag


Wie is een voorbeeld van een populist?
Hierna: filmpje JORT - opkomst van populisme (+ 5 min)
A
Geert Wilders
B
Pim Fortuyn
C
Adolf Hitler
D
Alle genoemde antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Je ziet een print screen van 2:30.
Sleep de redenen naar de juiste plek in de afbeelding:
Hierna: open vraag.
Mensen ervaren een kloof tussen burgers en politiek.
niet iedereen profiteert van de economische groei.
verzet tegen de multiculturele samenleving
verzet tegen Europese samenwerking.

Slide 15 - Sleepvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Je ziet een print screen van 5:30.

Welke naam van een persoon hoort bij het rode kruisje te staan?
Hierna: sleepvraag.

Slide 16 - Open vraag

Je ziet een print screen van 5:30. Sleep de voorbeelden van kritiekpunten van Pim Fortuyn naar de juiste plek in de afbeelding:
Hierna: evaluatie opdracht.
kloof tussen burgers en politiek.
multiculturele samenleving
immigratie-politiek
islam

Slide 17 - Sleepvraag

Tenslotte (evaluatie-opdracht):
Typ uit een goede toetsvraag (met bijbehorend antwoord) die je graag in de toets terug wilt zien:

Slide 18 - Open vraag