3A kader hoofdstuk 2 Lezen - start hoofdstuk woordenschat

Nederlands | Klas 3 | oktober 2020
Schrift en lesboek open op tafel en starten met
lezen van jouw leesboek!
timer
3:00
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands | Klas 3 | oktober 2020
Schrift en lesboek open op tafel en starten met
lezen van jouw leesboek!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig
Hoofdstuk 2 "Lezen"
blz. 38

Lesdoelen:
  1. Je kunt aangeven wat het tekstdoel is.

  2. Je kunt zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
- Opdracht 4 (vraag 1 t/m 10), blz. 43-44

Toets
- Leesvaardigheidstoets:
  donderdag 17 oktober 2019                  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 4, blz. 42-43
1 Tijdens de vakantie worden Google Maps, Spotify, Netflix, Tripadvisor en Google Translate veel gebruikt.


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 4, vraag 2
Vroeger                                                                               Nu
Grote kaart op schoot                                             - Google maps
Geïrriteerd aan de radio draaien                        - Spotify
‘Ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet’                             - Netflix/CandyCrush
Brabbelen in onverstaanbaar Frans/
net doen alsof je iemand verstaat.                     - Tripadvisor en
                                                                                               Google  Translate 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2
3. eigen antwoord, bijvoorbeeld: Google Maps en ouderwetse kaart.
4 Je loopt het risico toch roamingkosten te moeten betalen, omdat je aan de rand van de EU reist en dan een netwerk van een niet EU-land op kan pikken.
5’Je hoeft niet meer te doen alsof je de beste man verstaat als je vraagt waar een restaurant te vinden is’
6 A Je hebt minder rust en ruimte in je hoofd als je internet gebruikt op vakantie.
7 b  c  a

Slide 7 - Tekstslide

8 Het belverkeer op vakantie is lager dan thuis, omdat de netwerken in het buitenland niet goed genoeg zijn.
9 Met ‘thuisblijvers die de prijs betalen voor wie wel op reis kan’ worden mensen bedoeld die niet op reis kunnen, omdat ze geen geld hebben. Daarom mogen de bedrijven niet de prijzen van thuisverbindingen verhogen, want dan zouden de thuisblijvers extra gaan betalen, zodat de mensen op vakantie kunnen internetten.
10 Het belangrijkste doel van deze tekst is informeren, want de schrijver wil je informatie geven over gebruiken van vroeger en nu wat betreft internet op vakantie.

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb jij onthouden van tekstdoelen en soorten?

Slide 9 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Waarom de tekst is geschreven.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 10 - Quizvraag

Met het tekstdoel instrueren wil de schrijver:
A
De lezer vermaken.
B
Dat de lezer iets doet.
C
De lezer informatie geven.
D
Uitleggen aan de lezer hoe hij iets moet doen.

Slide 11 - Quizvraag

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 13 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste

TEKSTDOEL van deze tekst?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 14 - Quizvraag


Wat is het belangrijkste TEKSTDOEL bij deze tekst?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 15 - Quizvraag

Jij weet nu het verschil tussen
1. Tekstdoel - > 
2. Wat de schrijver hiermee wil bereiken - >
3. Tekstsoort - >

Slide 16 - Tekstslide

Wat ga je nooit meer vergeten van deze informatie?

Slide 17 - Open vraag

Zelfstandig
Hoofdstuk 2 "Woordenschat"
blz. 52

Lesdoel
Je kunt formeel taalgebruik herkennen en begrijpen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is formeel taalgebruik?
  1. Welke informatie krijg ik?
  2. Wat wil de schrijver van mij?
  3. Wat moet ik doen?

Slide 19 - Tekstslide

Hoofdstuk 2, blz. 53
  1. Maken:      Opdracht 1 + 2, blz. 53 
  2. Klaar?        Samenvatting tekstdoel maken.
  3. Dan?          Over 20 minuten wordt opdracht 1 + 2 besproken.    
  4. Huiswerk?    - Leren theorie, blz. 38 - 39


timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1
Formeel             Informeel         Formeel            Informeel
aanvankelijk       eerst                     hetzij                   of
alsmede               en ook                 mits                     als
betreffende         over                      te allen tijde      altijd
bij dezen              hierbij                 teneinde              om
derhalve               daarom              tevens                  ook
gelieve                   wilt u                  thans                     nu

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 2 , 1 + 2
- geplaatst                              ondergebracht 
- geven                                      verschaffen
- gevonden                             aangetroffen
- officieel melden                  aangeven
- opslagplaats                        depot
- punten                                    aspecten
- soort                                         type
- volgens de wet                    rechtmatige

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 2 , vervolg
  1. eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- biologie                   leer van het leven
- astrologie                leer van de sterren
- criminologie           leer van misdaden
- technologie           leer van de techniek
- psychologie             leer van de ziel
- chronologie              leer van de tijd

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 2 vervolg
4 – bekende woorddelen: je herkent het woord ‘metaal’
- omschrijving: je kunt uit de tekst opmaken dat het gaat om een apparaat om voorwerpen te zoeken.
- je kunt op de afbeelding zien hoe een metaaldetector er uitziet.
5 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
6 dat je iemand iets te leen geeft, zodat hij het kan gebruiken
7 Dat is balen, hè? (al. 3)
8 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Synoniem; omschrijving; verwijswoord; de ontdekking / gevonden voorwerp / haar).

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb jij onthouden? Even testen met...

https://quizizz.com/admin/quiz/5d8718f11101f1001aa103ba/lezen-2kbl-herhalen-alineas-tussenkopjes-etc

https://quizizz.com/admin/quiz/5bd6d52d0eb0eb0020236105/tekstdoel-en-publiek-h2-lezen-nn-bk-3

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/fd7e40a1-cecc-475e-8394-f6221b0ce3f6

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/745a5dfc-e36f-4d0f-91b7-90a4efa0df54

https://create.kahoot.it/details/tekstdoel-en-tekstsoort/a7445f56-b0b9-4f9e-81b1-8d7e079314d5

https://create.kahoot.it/details/tekstdoelen/91a5f488-15bf-4f7e-9483-2feb160bf8bb

https://create.kahoot.it/details/oefenen-met-tekstdoelen-en-tekstsoorten/c27e4cc7-6934-4a9c-bb7c-a580af9a00c4

Slide 26 - Tekstslide

Toetsen periode 1

1. Leesvaardigheid hoofdstuk 1 + hoofdstuk 2
    Donderdag 17  oktober 2019

2. Proefwerkweek:
                     hoofdstuk 2 + zakelijke brief schrijven

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide