In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
12.2 Voedingsmiddelen & voedingsstoffen
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
1. Instructie 12.2
2. Opdrachten maken
3. Vragen stellen
Slide 2 - Tekstslide
Doelstelling
Je kunt...
...de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen kunnen noemen
...de zes groepen voedingsstoffen met hun functie en kenmerken kunnen noemen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voedingsmiddelen zijn producten je die eet of drinkt.
Voedingsstoffen zijn de stoffen in voedingsmiddelen die je lichaam kan opnemen en gebruiken.
Slide 5 - Tekstslide
Voedingsstoffen
- Water
- Eiwitten
- Vetten (verzadigd/onverzadigd)
- Koolhydraten (suikers)
-Vitamines
- Mineralen
Slide 6 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Verschillende functies in je lichaam:
- bouwstoffen
- brandstoffen
- reservestoffen
- beschermende stoffen
Slide 7 - Tekstslide
Brandstoffen
Brandstoffen: Zorgen voor energie en warmte voor processen in het lichaam zoals ademhaling en spijsvertering
Vetten
Koolhydraten
Eiwitten
Slide 8 - Tekstslide
Beschermende stoffen
Zorgen voor bescherming
Zorgen voor weerstand tegen ziekten.
Vitaminen en Mineralen
Slide 9 - Tekstslide
Bouwstoffen
Bouwstoffen zijn nodig:
om te groeien
om het lichaam te onderhouden (nieuwe cellen)
te herstellen (wondje op je arm)
Eiwitten, mineralen en water zorgen hiervoor.
Slide 10 - Tekstslide
Reservestoffen
Stoffen die zijn opgeslagen in het lichaam
Koolhydraten en Vetten
Slide 11 - Tekstslide
Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen
Slide 12 - Quizvraag
Koolhydraten zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen
Slide 13 - Quizvraag
Voedingsmiddelen zijn de producten die je kan eten en drinken.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Voedingsvezel
Verzamelnaam voor alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.
Is geen voedingsstof!
Wel nodig :)
Slide 15 - Tekstslide
Voedingsvezel
Prikkelen de wand van de darmen (vooral dikke darm)
Dit bevordert de darmperistaltiek (= het samenknijpen en ontspannen van de darmspieren)
Zorgen voor goede stoelgang
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Koolhydraten
- Brandstof
- Bouwstof
- Reservestof* (glycogeen in lever en spieren)
- *Belangrijkste voedingstof voor energie.
- Zit in zaden zoals tarwe en rijst, in aardappelen en suikerbiet
Slide 18 - Tekstslide
Eiwitten
- Bouwstof
- Brandstof
- Belangrijk voor opbouw van cellen (bv spieren) en stoffenin bloed
-Zit in bonen, vlees, zuivel en eieren
Slide 19 - Tekstslide
Vetten
- Brandstof, Bouwstof, Reservestof
Zit veel verschil tussen de verschillende vetten. - Dierlijke vetten vaak slecht (verzadigd), vis is een uitzondering - Plantaardig goed, onverzadigd.
Slide 20 - Tekstslide
Water
- Bouwstof - Wordt gebruikt voor transporteren van stoffen
(je bloed bestaat voor 50% uit water)
Slide 21 - Tekstslide
Vitamines
- Beschermende stof + bouwstof
- Worden gebruikt als bescherming van je lichaam. Terkort kan leiden tot ziektes.
- Vitamine C, scheurbuik, Elke vitamine tekort kan een ziekte laten zien
Slide 22 - Tekstslide
Mineralen (zouten)
- Bouwstof
- Beschermende stof
- Voorbeelden van mineralen zijn Calcium (Ca), IJzer (Fe), Natrium (Na) en Kalium (K). Mineralen heb je o.a. nodig voor de opbouw van je botten en voor het aanmaken van rode bloedcellen.
Slide 23 - Tekstslide
Voedingsmiddel of voedingsstof Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof
Slide 24 - Quizvraag
Voedingsmiddel of voedingsstof Vitaminen
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof
Slide 25 - Quizvraag
Voedingsmiddel of voedingsstof? Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof
Slide 26 - Quizvraag
Is brood een voedingsmiddel of een voedingsstof?
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof
Slide 27 - Quizvraag
- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof die onder de huid wordt opgeslagen:............................
- bouwstof en vervoer van stoffen:............................
- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld om goed te kunnen zien: ............................
- vooral bouwstof, ook brandstof:............................
- bouwstof en beschermende stof, bijvoorbeeld kalkzouten voor de opbouw van botten:............................
- vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof, bijvoorbeeld suikers en zetmeel:............................