Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.
Werkgeheugen: informatie in je geheugen houden bij het uitvoeren van complexe taken.
Emotieregulatie: emoties reguleren om doelen te behalen of gedrag te controleren.
Volgehouden aandacht: aandachtig blijven, ondanks afleiding.
Taakinitiatie: op tijd en efficiënt aan een taak beginnen.
Planning/prioritering: een plan maken en beslissen wat belangrijk is.