ontleden
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
1 / 15
Onderdelen in deze les
Wat is het gezegde in de volgende zin:
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Slide 1 - Open vraag
Wat is het onderwerp:
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Slide 2 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp:
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Slide 3 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp:
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Mijn tante brengt een bezoek aan het ziekenhuis.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp:
De hond maakte een sprong.
De hond maakte een sprong.
Slide 5 - Open vraag
Wat is het onderwerp:
Het boek geeft weinig informatie
Het boek geeft weinig informatie
Slide 6 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp:
De regering geef het onderwijs extra geld.
De regering geef het onderwijs extra geld.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp:
Morgen kopen we een nieuwe televisie.
Morgen kopen we een nieuwe televisie.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het meewerkend voorwerp:
Jill geeft haar zusje een nieuwe pop.
Jill geeft haar zusje een nieuwe pop.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het onderwerp:
Morgen hark ik de bladeren op.
Morgen hark ik de bladeren op.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het gezegde?
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Met oud en nieuw hebben we vuurwerk afgestoken.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
De kinderen halen het boek in de bibliotheek.
De kinderen halen het boek in de bibliotheek.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
De kinderen halen het dikke boek in de bibliotheek.
De kinderen halen het dikke boek in de bibliotheek.
