Verhoudingen, procenten en schaal

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • Ken je het begrip verhoudingstabel 
  •  Weet je hoe een verhoudingstabel werkt
  •  Kan je rekenen met een verhoudingstabel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:

  • Ken je het begrip verhoudingstabel 
  •  Weet je hoe een verhoudingstabel werkt
  •  Kan je rekenen met een verhoudingstabel

Slide 1 - Tekstslide

Verhoudingstabel
Filmpje: 
https://schooltv.nl/video/rekenen-met-een-verhoudingstabel-de-verhoudingstabel/

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt met een verhoudingstabel rekenen

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de verhouding op van
27 en 18

Slide 4 - Open vraag

De verhouding 2 staat tot 6 is hetzelfde als de verhouding 11 staat tot .....

Slide 5 - Open vraag

8.5 - Verhoudingen
Hoeveel procent van de limonade is siroop?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Schaal

Slide 11 - Tekstslide

Madurodam is gebouwd in schaal 1 : 25
(Je spreekt dit uit als 1 op 25)

Dat betekent dat in werkelijkheid alles 25 keer zo groot is.

dus het gebouw op schaal is in het echt 25 keer zo groot

Of het gebouw in het echt is in Madurodam 25 keer zo klein.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld:

Een grachtenhuis uit Amsterdam is in Madurodam 
(schaal 1 : 25) op schaal nagebouwd en heeft een breedte van 20 cm. Hoeveel meter breed is dit huis in het echt?

Gebruik een verhoudingstabel:


De 1e kolom x 20 levert 1x20= 20cm
Wat je boven doet, 
doe je ook onder
Dus 25 x 20 = 500 cm  De breedte wordt gevraagd in m dus: 500 cm = 5 m

Slide 13 - Tekstslide

Wat nu als je de echte maat weet:
Voorbeeld:

Een paleis op de dam in Amsterdam is in het echt 55 m 
hoog. Hoe hoog is dit gebouw  in Madurodam (schaal 1 : 25)?

Gebruik een verhoudingstabel:

ALs je een rekenmachine mag
gebruiken, maak dan altijd
4 kolommen. zie hiernaast.
type op je rekenmachine:
1 : 25 x 55 = 2,2 meter


Slide 14 - Tekstslide

Het kan ook zijn dat de schaal niet bekend is, maar je weet wel de grootte van het schaalmodel en van het echte model.

Maak weer een tabel van 3 kolommen.
Vul in wat je weet en gebruik de regels die gelden voor een verhoudingstabel.
Voorbeeld:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

Rekenen met procenten en verhoudingen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide


A
60km/uur
B
72km/uur
C
50km/uur
D
60,5km/uur

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt Domein 2 verhoudingen --> oefeningen --> procenten -->
- Wat zijn procenten?
- deel van het totaal berekenen




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na. 
Daarna pak je een automatiseringsblad uit de kast. 
timer
12:00

Slide 26 - Tekstslide

Verhoudingen
De verhouding is 2 : 9
Bij siroop hoort de breuk 
Bij water hoort de breuk 



Hoeveel procent van de limonade is siroop?
(Rond als er niets staat af op één decimaal)
112
119

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoel behaalt?
  • Ik weet wat procenten zijn
  • Ik kan met procenten rekenen
  • Ik kan met procenten en verhoudingen rekenen
  • Ik kan van deel-geheel (breuk) naar procenten omrekenen
  • Ik kan van procenten naar deel omrekenen

Slide 28 - Tekstslide