Disk thema 8 Ruzie taak 3

Disk thema 8 ruzie
Taak 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Disk thema 8 ruzie
Taak 3

Slide 1 - Tekstslide

 Voer een gesprek en schrijf een mail

Doel:

- discussiëren

- mail schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Discussiëren
Je gaat praten over pesten in groepjes  (3-4).

Je gaat een paar reacties bedenken. Jullie kiezen bij elk probleem de beste reactie. Leg ook met argumenten uit waarom dit de beste reactie is.

Voor elke situatie kiest het groepje een andere 'woordvoerder'.

Slide 3 - Tekstslide



Kies jouw eigen antwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Aram is een slimme jongen, maar hij is klein en dun. Hij praat niet zoveel. Als hij naar huis loopt, schelden een paar jongens uit zijn klas hem vaak uit. Wat is de beste reactie?
Gewoon doorlopen en doen alsof hij de jongens niet hoort.
Terug gaan schelden
Trainen op de sportschool, dan voelt hij zich beter
Anders

Slide 5 - Poll

Discussie
  1. Vergelijk de antwoorden in jouw groepje.
  2. Iedereen legt uit waarom hij voor dat antwoord heeft gekozen (argumenten).
  3. Jullie kiezen samen de beste argumenten.
  4. Jullie kiezen wie het antwoord en de argumenten aan de klas gaat uitleggen (woordvoerder)
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Geef het antwoord van jouw groepje 

(de woordvoerder geeft de stem)

Slide 7 - Tekstslide

Luister naar de woordvoerders
(welk groepje had de beste argumenten)

1
2
3
4
5

Slide 8 - Poll



Kies jouw eigen antwoord.

Slide 9 - Tekstslide

Joanne roddelt steeds over haar vriendin Simone. Simone wordt hier erg onzeker van.
Wat kan Simone het beste doen?
Roddelen over Joanne. Zo voelt Joanne hoe vervelend dat is.
Zeggen: 'Het doet me pijn als je zo roddelt over mij.'
Zeggen tegen Joanne: 'Je bent mijn vriendin niet meer.'
Anders

Slide 10 - Poll

Discussie
  1. Vergelijk de antwoorden in jouw groepje.
  2. Iedereen legt uit waarom hij voor dat antwoord heeft gekozen (argumenten).
  3. Jullie kiezen samen de beste argumenten.
  4. Jullie kiezen wie het antwoord en de argumenten aan de klas gaat uitleggen (woordvoerder)
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Geef het antwoord van jouw groepje 

(de woordvoerder geeft de stem)

Slide 12 - Tekstslide

Luister naar de woordvoerders
(welk groepje had de beste argumenten)

1
2
3
4
5

Slide 13 - Poll



Kies jouw eigen antwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Mohammed leest via de chat dat een jongen uit een andere klas hem wil slaan na school.
Die jongen heeft dat al eerder gedaan. Mohammed is heel bang. Wat kan Mohammed het beste doen?
Zeggen: ‘Stop met mij pijn doen.’
Mohammed moet een paar vrienden vragen mee te vechten.
Aan een docent vertellen, zodat die jongen dan straf kan geven.
Anders

Slide 15 - Poll

Discussie
  1. Vergelijk de antwoorden in jouw groepje.
  2. Iedereen legt uit waarom hij voor dat antwoord heeft gekozen (argumenten).
  3. Jullie kiezen samen de beste argumenten.
  4. Jullie kiezen wie het antwoord en de argumenten aan de klas gaat uitleggen (woordvoerder)
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Geef het antwoord van jouw groepje 

(de woordvoerder geeft de stem)

Slide 17 - Tekstslide

Luister naar de woordvoerders
(welk groepje had de beste argumenten)

1
2
3
4
5

Slide 18 - Poll

Schrijf een mail
Schrijf een mail aan Aram, Joanne of Mohammed.
Schrijf in je mail je advies.
Vertel precies wat ze moeten doen of zeggen.

Slide 19 - Tekstslide

Persoonlijke e-mail
Inhoud
 

Vorm

Verzorging


Slide 20 - Tekstslide

Persoonlijke e-mail
Inhoud
Wat ga ik vertellen aan degene die mijn mail ontvangt?
Vorm
Hoe ziet een e-mail eruit?
Verzorging
Heb ik een nette mail geschreven? (Goede zinnen, spelling etc.)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Schrijven
Schrijf een mail aan Aram, Joanne of Mohammed.
Schrijf in je mail je advies.
Vertel precies wat ze moeten doen of zeggen.

- Jouw e-mail bericht heeft sowieso een aanhef, inleiding en kern van minimaal vijf zinnen en een afsluiting.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
1. Je kiest de persoon aan wie je de e-mail gaat schrijven. 
2. Je schrijft de mail over je gekozen onderwerp.


Je schrijft de mail in Disk thema 8 
Taken (taak 3)
Laat zien dat je goed begrijpt hoe de andere persoon zich voelt. 

Bijvoorbeeld: "Wat vervelend voor jou, dat ..."
Bedenk of het advies echt nuttig is. Bijvoorbeeld: als je zegt dat de persoon terug moet slaan, wat denk je wat er verder gebeurt? Denk daar goed over na.

Slide 25 - Tekstslide

Controleer + geef feedback
Vorm

  • Goed: De e-mail heeft een aanhef en een afsluiting, in de   eerste zin wordt er ingeleid waarover de mail gaat.
  • Voldoende: De e-mail heeft een aanhef en een afsluiting.
  • Onvoldoende: De brief heeft geen aanhef of afsluiting.

Slide 26 - Tekstslide

Inhoud
  • Goed: De e-mail heeft een persoonlijke toon (empathie) en   bevat een duidelijk en goed advies/argument.
  • Voldoende: De e-mail is heeft een persoonlijke toon of een       goed advies.
  • Onvoldoende: De e-mail bevat geen advies en is niet                    persoonlijk.

Slide 27 - Tekstslide

Verzorging
Controleer op:
  • Hoofdletters en leestekens
  • Werkwoordsvormen
  • Spelling
  • Zinsbouw

Slide 28 - Tekstslide

Herschrijf de e-mail

Slide 29 - Tekstslide