1.1 Elektrische energie opwekken 3V

Elektriciteit
Hoofdstuk 1
Elektriciteit
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit
Hoofdstuk 1
Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

on est en finale!!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.
De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.
Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroommeter
stroommeter of 
ampère meter

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geleider & Isolator

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanningsbronnen
Een spanningsbron levert de elektrische
energie die nodig is.

Elke spanningsbron heeft zijn eigen spanning.
Netspanning is 230V


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltmeter (Spanningsmeter)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning en stroomsterkte meten
Spanning:
hoeveel energie is er tussen 2 aansluitpunten gebruikt
parallel geschakeld




Stroomsterkte: 
hoeveel elektronen stromen er door de draad
serie geschakeld


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1 stroomsterkte in serie, parallel en gemengd
Serie
Parallel
Gemengd
1      0,3 A
2     0,15 A
3     0,15 A

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Hoeveel energie gebruikt een apparaat per seconde
P = U * I

Watt
Volt
Ampère


Het totale energieverbruik in een bepaalde tijd
E = P * t 

Kilowattuur-  Joule
Kilowatt - Watt
Uur- Seconde
Vermogen en energie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lamp werkt op een spanning van 6 Volt en stroom van 0,1 A. Bereken vermogen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het vermogen van het lampje.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een straalkachel heeft een vermogen van 2000 W. Als deze kachel 45 minuten aanstaat, wordt er energie omgezet. Bereken de energie in kWh.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Elektrische energie opwekken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektriciteitscentrale

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Momenteel stijgt de gasprijs ontzettend, omdat een groot deel van het gas wat wij gebruikten uit Rusland kwam. De stroomprijzen stijgen mee.
Leg in je eigen woorden uit hoe het komt dat de stroomprijzen ook stijgen.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke andere manieren kan je elektriciteit opwekken?

Slide 21 - Open vraag

(fossiele) brandstoffen
kerncentrale
zonnepanelen
windmolens
water

behalve zonnepanelen gebruiken zij allemaal een generator
Beweging omzetten in stroom

Slide 22 - Tekstslide

Demo 1 en demo 3
Wisselspanning of gelijkspanning?
Wisselspanning
Gelijkspanning
Stopcontact
9V - batterij
Accu van je telefoon
Elektriciteitscentrale
Windmolen
Fiets-dynamo

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken met machten van tien
Positieve machten
4,75∙108

Negatieve machten
36∙10-9

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken met voorvoegsels
Blz. 174

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sorteer de voorvoegsels van klein naar groot. 
Bovenaan komt de kleinste.
mega
milli
kilo
giga

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omrekenfactor van kilo?
A
x10
B
x0,01
C
x1000
D
x100.000

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste betekenis van het voorvoegsel giga.
A
10^-6
B
10^6
C
10^9
D
10^-1

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
E       =       P       *       t

kWh            kW              h
J                  W                s

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen
Een ledlamp blijft 2,0 minuten branden als de sensor in de lamp een beweging heeft gesignaleerd. Bereken het energieverbruik van de lamp (in kJ).

gegevens
P = 10 W
t = 2,0 min = 120 s
gevraagd
E = ?
uitwerking
E = P · t = 10 × 120 = 1200 J = 1,2 kJ



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een machine heeft 18,31 h aangestaan. Het vermogen is 270 W.
a. Wat was het energieverbruik in kWh?
b. En in J?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel J er in 1 kWh passen.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vindt je nog lastig en heb je hier hulp bij nodig?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies