In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Breuken
gelijknamig maken
breuken vermenigvuldigen
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een breuk ook al weer?
Slide 2 - Tekstslide
Een breuk heeft een teller en een noemer.
teller
bijvoorbeeld
noemer
nt
21
Slide 3 - Tekstslide
Breuken optellen
Slide 4 - Tekstslide
Je mag verschillende noemers niet zomaar bij elkaar optellen.
Je mag namelijk geen stukje taart bij stukje taart optellen.
De noemers zijn anders. Je moet nu net zo lang zoeken in de tafel van 3 en de tafel van 4 tot je hetzelfde getal tegen komt. Dat wordt de nieuwe noemer. Klik voor het antwoord op het vraag-
teken.
41
31
12
Slide 5 - Tekstslide
De nieuwe noemer wordt 12.
+ =
Aangezien 3x4= 12 is en ik het onderste getal van de
3x heb gedaan. Moet ik dat ook bij het bovenste getal
doen. 3x1 = 3
In dit geval wordt de dus
41
31
41
41
123
Slide 6 - Tekstslide
Nu gaan we de naar de noemer 12 omzetten.
4x3= 12 ik ga dus nu de noemer en de teller 4x doen.
4x1 = 12 deze breuk wordt dus
31
124
Slide 7 - Tekstslide
Nu kan de som wel bij elkaar worden opgeteld.
+ =
123
124
127
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
gelijknamig maken.
Bij het optellen en aftrekken van breuken moeten de breuken gelijknamig zijn. Dit betekent dat de noemers hetzelfde moeten zijn.
Soms kun je na het optellen een breuk nog vereenvoudigen.
Slide 10 - Tekstslide
breuken optellen
52
+
43
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203
Slide 11 - Quizvraag
In de vorige som
en 1 bij zijn de helen er niet uitgehaald.
Immers als de teller en noemer gelijk zijn heb je 1 hele.
Bij is er 1 hele, dan blijft er nog over dus: 1
2023
203
2020
203
203
2023
Slide 12 - Tekstslide
Wat wordt de noemer? .....+ .....
91
71
Slide 13 - Open vraag
Wat wordt de nieuwe noemer?
.....+.....=
72
141
A
14
B
20
C
21
D
7
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
breuken optellen
62
126
+
A
1210
B
1012
C
188
D
2420
Slide 16 - Quizvraag
Kan jij ... nog kleiner maken?
1210
A
610
B
320
C
65
D
61
Slide 17 - Quizvraag
Welke noemer?
......+......=
73
214
Slide 18 - Open vraag
Maak van ...., 21 de noemer
73
A
213
B
215
C
218
D
219
Slide 19 - Quizvraag
breuken min sommen
73
214
-
A
287
B
215
C
2112
D
2113
Slide 20 - Quizvraag
maak de breuk zo klein mogelijk
wanneer onder en boven (teller en noemer) gelijk zijn zit er een hele in!
67
161
=
48
=
2
Slide 21 - Tekstslide
breuken zo klein mogelijk maken!
37
A
134
B
131
C
331
D
231
Slide 22 - Quizvraag
maak kleiner
613
A
161
B
262
C
263
D
261
Slide 23 - Quizvraag
breuken sommen zo klein mogelijk opschrijven!
31
54
+
A
1519
B
1154
C
1152
D
1517
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Video
Breuken vermenigvuldigen
Je kunt een breuk vermenigvuldigen met een heel getal.
Bijvoorbeeld: 5 x 4
8
Je vermenigvuldigt alleen de TELLER met het hele getal: