3K H10.4 Oplossen met inklemmen

Welkom
Paragraaf 10.4 Oplossen met inklemmen
Leg voor je open:
3J2: blz. 226-227
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 10.4 Oplossen met inklemmen
Leg voor je open:
3J2: blz. 226-227

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide


Wat is de formule van de groene lijn?
A
y = 5
B
x = 5
C
y = -x
D
y = 5x

Slide 3 - Quizvraag

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel is x in deze vergelijking?
3x + 20 = 35
A
x = 3
B
x = 5
C
x= 4
D
x = 6

Slide 5 - Quizvraag

Stappenplan oplossen met de balansmethode
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stel de vergelijking op.
Haal de variabelen (letters) uit het rechterlid.
Haal de lossen getallen uit het linkerlid.
Deel door het getal voor de variabele.
Controleer je antwoord.
Schrijf de conclusie op. Dus...

Slide 6 - Sleepvraag

Los de vergelijking op met de balansmethode. (Typ a=...)
5a + 2 = 116 + 3a

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen
  • Je leert oplossingen te vinden door in te klemmen.
  • Je leert de afspraken die nodig zijn om op de juiste manier antwoorden te vinden met inklemmen

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Inklemmen
  • Proberen tot je het juiste getal gevonden hebt

  • Invoer en uitkomst opschrijven in een inklemtabel

  • Let op het aantal decimalen


  • Altijd één getal erboven en één eronder proberen


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 13 - Tekstslide

Los op met inklemmen betekent:
A
Getallen invullen in de formule
B
Getallen opschrijven zonder tabel
C
Een oplossing zoeken door de grafiek te tekenen
D
Geen enkel antwoord is goed

Slide 14 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 15 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37
A
t = 11
B
t = 10
C
t = 12
D
t = 8

Slide 16 - Quizvraag


Het aantal boeren in Nederland daalt sterk.
De formule die erbij hoort is:
aantal boeren = 98 000 - 3 000 x tijd in jaren
In een krantenartikel wordt vermeld dat het aantal boeren is gedaald tot 80 000. Welke vergelijking hoort hierbij?
A
A = 80 000 - 3 000 x t
B
A= 98 000 - 80 000 x t
C
98 000 - 3 000 x t = 80 000
D
80 000 - 3 x t = 0

Slide 17 - Quizvraag


98 000 - 3 000 x t = 80 000
t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is gedaald  
naar 80 000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

A
t = 20
B
t = 12
C
t = 10
D
t = 6

Slide 18 - Quizvraag


Los de vergelijking a2 + 3a = 418 
op met behulp van inklemmen
A
a = 17
B
a = 7,3
C
a = 83,2
D
a = 19

Slide 19 - Quizvraag


Los de vergelijking op. Rond af op 1 decimaal.

b2 + 12b = 7500
A
b = 80,7
B
b = 81,0
C
b = 80,8
D
b = 80,9

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk


Maak in de les digitaal: 

3J2: opgave 37, 39 en 41
blz. 227-229

  Succes!

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 22 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 23 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 24 - Tekstslide