Gedragsverandering

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Gedragsverandering

Gedragsverandering

Deze les

•  Op zoek naar jouw kernkwaliteiten en daarbij 2 kernkwadranten maken

Na deze les;

weet je wat kernkwaliteiten zijn en kun je een kernkwadrant maken. Dit geeft je inzicht in je eigen handelen, uitdagingen en allergieën.

BELANGRIJK??

Tijdens sollicitaties wordt vaak gevraagd naar je kernkwaliteiten.

Wat is het leerdoel?

Wat gaan je doen?

Hoe kom ik achter mijn kernkwaliteit?

Geef antwoord op de onderstaande vragen. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk

• Wat waarderen anderen in mij?
  
• Wat vind ik heel gewoon om te doen?
  
• Wat moedig ik anderen aan om te doen, waar stimuleer ik anderen in, of wat eis ik van anderen?
  

Valkuilen

Valkuilen zijn te achterhalen door: 

• Wat verwijten anderen mij vaak?
  
• Wat doe ik als ik onder druk sta of gestrest ben?
  
• Welk gedrag rechtvaardig ik van mijzelf?

Uitdagingen

Uitdagingen zijn te achterhalen door: 

• Welke kwaliteit mis ik in mijzelf of doe ik te weinig?
  
• Wat wensen anderen mij toe?
  
• Waar heb ik bewondering voor?

Allergieën

Allergieën kun je achterhalen door: 

• Welk gedrag (van anderen) heb ik een hekel aan, minacht ik, of word ik boos om?
  
• Welk gedrag zou je bij jezelf verafschuwen?
  
• Waar vinden anderen je te veel over opwinden?

Opdracht

• Maak 2 kernkwadranten van jezelf
• Stel hierbij vragen  aan je medestudenten 
  
             Klassikaal bespreken
  
  

Wat maak gedragsverandering lastig?

• Mensen hebben de voorkeur voor gemak en automatisch gedrag;
  
• Mensen maken te weinig gebruik van verandertechnieken;
  
• Motivatie alleen is niet genoeg;
  
• De omgeving verandert niet mee;
  
• Mensen hebben een hekel aan verlies.

Herkenbaar....??

Fasen van gedrags-verandering

1. Het voorstadium

2. De overweging

3. De beslissing

4. De actie

5. Het volhouden

Het voorstadium

Ontkenning
De cliënt is zich nog niet bewust van zijn belemmeringen.
Hij erkent niet dat hij met zijn gedrag schade aanricht bij zichzelf of bij anderen. Daardoor is hij niet gemotiveerd om te werken aan gedragsverandering

De overweging

De cliënt staat open om over zijn belemmeringen te praten.
Hij overweegt daar iets aan te gaan doen.
Hij staat open voor informatie, bijvoorbeeld over het probleem of over ander gedrag.

De beslissing

De cliënt neemt een besluit om zijn gedrag te veranderen 

Hij maakt concrete plannen

Hij neemt zich voor om daar binnenkort mee te beginnen

De actie

De cliënt gaat over tot actie. Hij probeert het oude gedrag los te laten en oefent met het nieuwe gedrag. Het nieuwe gedrag kan hij in het begin nog niet meteen beheersen. Hierover kan de cliënt onzeker worden. Sommige plekken kunnen verleidelijk zijn, maar hij moet leren om hiermee om te gaan.

Het volhouden

De cliënt is vertrouwd met het nieuwe gedrag.
Hij heeft het opgenomen in zijn dagelijks leven. Het is onderdeel geworden van zijn nieuwe persoonlijkheid.
Ook bij tegenslagen kan het nieuwe gedrag volgehouden worden. 

In welke fase van gedragsverandering zit Renee?

In welke fase van gedragsverandering zit Romano?