AE-13 Les 3 Investeringen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economie

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling les 2
  • Huiswerk vr 10 Les 2
  • Les 3: investeringen
Wat ga je leren?
  • Wat zijn investeringen?
  • Bruto-investeringen
  • Netto-investeringen 
  • Vervangingsinvesteringen
  • Investeringen in vlottende en vaste kapitaalgoederen
  • Bovengenoemde berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

Welke van onderstaande is geen voorbeeld van diensten van derden?
A
Marketingkosten
B
Internetrekening
C
Rekening van de verzekeringsmaatschappij
D
Kosten van personeel

Slide 5 - Quizvraag

10. Van een machinefabriek weten we het volgende:
aantal geproduceerde en verkochte machines: 220. 
De verkoopprijs per product: € 85.000,-. De benodigde grondstoffen: € 8.500.000,-
De loonkosten van het bedrijf: € 3.200.000,-. Afschrijvingen: €5.200.000,-
De netto toegevoegde waarde van dit bedrijf was € ............. 

Slide 6 - Tekstslide

Investeringen:

Het aanschaffen van kapitaalgoederen (productiemiddelen) door bedrijven of door de overheid.

Slide 7 - Tekstslide

We onderscheiden:
  • Bruto-investeringen
  • Netto-investeringen
  • Vervangingsinvesteringen

Slide 8 - Tekstslide

Bruto-investeringen (Ibr)

Alle in een periode aangeschafte kapitaalgoederen

Slide 9 - Tekstslide

Vervangingsinvesteringen (Iv)
Aanschaffen van kapitaalgoederen ter vervanging van de in het productieproces versleten vaste kapitaalgoederen (machines, gebouwen, enz.)

Slide 10 - Tekstslide

Iv = A
A = Afschrijvingen
Geld dat opzij wordt gelegd voor de vervangingsinvesteringen. 


Slide 11 - Tekstslide

Netto investering (In)
Bruto-investeringen (Ibr)  -  Vervangingsinvestering (Iv) 
toename kapitaalgoederenvoorraad

Slide 12 - Tekstslide

Kapitaalgoederenvoorraad
Vlottende kapitaalgoederen = voorraadinvesteringen (Ivo)
Vaste kapitaalgoederen = uitbreidingsinvestering (Iu) +
vervangingsinvesteringen (Iv)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

1. Het meel dat Bright Bakery gebruikt om brood te bakken behoort tot
A
Vaste kapitaalgoederen
B
Afschrijvingen
C
Bruto-investeringen
D
Vlottende kapitaalgoederen

Slide 15 - Quizvraag

2. We kunnen vaststellen dat de afschrijvingen gelijk zijn aan de vervangingsinvesteringen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

3. Gegeven voor het bedrijf Utopia(alle bedragen luiden in miljarden dollars):
Netto-investeringen 60 ; Voorraadinvesteringen 4 ; Afschrijvingen 10
Gevraagd:
a. Bereken de bruto-investeringen.
b. Bereken de uitbreidingsinvesteringen.
c. Bereken de investeringen in vaste kapitaalgoederen

Slide 17 - Tekstslide

4. Van onderneming “Electra N.V.” zijn voor het jaar 2013 de volgende gegevens bekend:
Vervangingsinvesteringen: 35 miljoen euro
Bruto investeringen: 100 miljoen euro
Investeringen in vaste kapitaalgoederen: 40 miljoen euro
a. Bereken de netto investeringen.
b. Bereken de uitbreidingsinvesteringen.
c. Bereken de vlottende kapitaalgoederen?



Slide 18 - Tekstslide

5.De investeringen in vast kapitaal bedragen Awg. 125.000,-.
De voorraadinvesteringen 40.000,-.
De afschrijvingen bedragen Awg. 65.000,-.
Bereken:
a. De netto-investeringen.
b. De bruto-investeringen.



Slide 19 - Tekstslide