Beeldspraak (2) havo 4

Neem nog een glaasje!
Metonymie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Neem nog een glaasje!
Metonymie

Slide 1 - Tekstslide

Metonymie (beeldspraak)
Metonymie is een vorm van beeldspraak waarbij je het niet hebt over overeenkomsten, zoals dat bijvoorbeeld bij de vergelijking het geval is (zo rood als een biet), maar er worden heel andere relaties aangehaald. Kijk op de volgende dia naar een aantal voorbeelden.

Slide 2 - Tekstslide

Metonymie : het leggen van relaties
Deel voor geheel: Je telt de koppen (i.p.v. mensen)
Geheel voor een deel: Amsterdam won van Rotterdam (in plaats van de voetballers uit een team)
Voorwerp voor inhoud: Neem nog een glaasje! (maar je drinkt de melk)
Maker/merk voor voorwerp: De nieuwe Betten is erg goed! (maar je bedoelt het bóek van Erik Betten)
Materiaal voor voorwerp: Erben Wennemars bindt de ijzers weer onder! (Niet het ijzer, maar de schaatsen - die vroeger van ijzer werden gemaakt.)

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb een Apple, en jij?
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
materiaal voor voorwerp
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 4 - Quizvraag

Moskou reageert fel op de kritieken.


A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
voorwerp voor inhoud
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 5 - Quizvraag

Nederland verloor met 2-1
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
voorwerp voor inhoud
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 6 - Quizvraag

Kjeld Nuis won goud tijdens de Olympische Spelen van 2018.
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
materiaal voor voorwerp
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Wil je nog een bakkie?

A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
voorwerp voor inhoud
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

De docent moest voor vertrek nog even de hoofden tellen.
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
voorwerp voor inhoud
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 9 - Quizvraag

Na afloop van de voorstelling klapte de zaal.
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
voorwerp voor inhoud
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

De kachel brandt!
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
materiaal voor voorwerp
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 11 - Quizvraag

Aan de muur hangt een echte
Van Gogh
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
materiaal voor voorwerp
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 12 - Quizvraag

We reden over het asfalt naar huis.
A
deel voor geheel
B
geheel voor deel
C
materiaal voor voorwerp
D
maker/merk voor voorwerp

Slide 13 - Quizvraag

De klas mag gaan!

Slide 14 - Tekstslide