2.1 Groepsvorming

2.1 Groepsvorming
2.1 Groepsvorming
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.1 Groepsvorming
2.1 Groepsvorming

Slide 1 - Tekstslide

2.1 Groepsvorming
Een mens kan niet alleen overleven. We hebben elkaar nodig. Bij het vak maatschappijwetenschappen maken we onderscheid in vier vormen van sociale bindingen.
  • Affectieve bindingen: Hierbij gaat het om gevoel
  • Cognitieve bindingen: Deze bindingen hebben te maken met kennisvorming en kennisoverdracht
  • Economische bindingen: Deze bindingen hebben te maken met werk en met goederen die nodig zijn voor het bestaan.
  • Politieke bindingen; Deze hebben vooral te maken met collectieve goederen. Dit zijn zaken die we als individu niet kunnen regelen.

Oefening
Bedenk eens bij elke binding 2 voorbeelden en probeer daarna eens combinaties te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Robber's cave

Slide 3 - Tekstslide

Groepsvorming
Is het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee mensen, die elkaar beïnvloeden en samen gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.

Slide 4 - Tekstslide

In- en uitsluiting
Als je groepen bestudeert kom je al snel tot de conclusie dat mensen wel of juist niet bij de groep horen. We spreken ook wel van insluiting en uitsluiting. De groep wordt ingroup genoemd en de niet groepsleden outgroup.

Om de groepsregels te handhaven is er in een groep of samenleving vaak sprake van sociale controle. Dit is als mensen anderen ertoe bewegen of dwingen zich aan de groepsnormen te horen.

Slide 5 - Tekstslide

Formele en informele sociale controle
Formele sociale controle: Mensen die vanuit hun beroep of functie andere op de regels wijzen.
Informele sociale controle: Als groepsleden elkaar wijzen op de waarden en normen van de groep.
Oefening
Verzin bij beide sociale controles eens 5 voorbeelden.

Slide 6 - Tekstslide

Asch's conformity experiment

Slide 7 - Tekstslide

De outgroup
De outgroup bestaat uit mensen die er niet bij horen. Tegenover deze groep wordt er vaak gebruik gemaakt van stereotypen en vooroordelen. Deze kunnen zowel positief als negatief zijn.

Groepen zijn dynamisch en kunnen ook veranderen
  • Mensen kunnen er niet meer bij horen
  • Mensen mogen er niet meer bij horen 
  • Mensen willen er niet meer bij horen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Formele en informele groepen
Informele groepen zijn gebaseerd op emotionele bindingen. De rollenstructuur binnen de groep is flexibel
Formele groepen hebben te maken met vastgestelde regels. Er is vaak sprake van een hiërarchie die is vastgelegd in taken en rollen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide