2023-02-22 groep A-wit

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom

6 presentaties

(Angelo, Adarsh, Lilly, Siddhanth, Guy en Ahraam)

lezen: lessen van een meester

samen nakijken

Debat 

1. Waar woon je het liefst?

2. Wat doe je het liefst?

3. Welk klusje vind je het minst erg om te doen?

4. Welke boeken lees je het liefst?

5. Welke films kijk je het liefst?

6. Waaraan besteed je het liefst jouw geld?

7. Welk feest vier je het liefst?

8. Welke huishoudelijke taak doe je het liefst?

fiets verkopen

1. Waarom stuur je dit bericht?

Ik stuur u dit bericht, omdat ik graag uw fiets wil kopen.

Ik heb een goede fiets voor school nodig. 

fiets verkopen

2. Stel vragen over de fiets of scooter die je wilt kopen.

Wat is de kwaliteit van de fiets?

Wat is het merk van de fiets?

Wanneer kan ik de fiets ophalen?

Is het een elektrische fiets?

Wat moet de fiets kosten?

fiets verkopen

3. Vertel hoeveel je wilt betalen.

Ik wil 100,- euro voor de fiets betalen.

4. Stel een datum en een tijd voor waarop je wilt komen kijken.

Ik kan naar de fiets komen kijken op 23 februari om 16.00 uur. 

Ik hoop dat dit uitkomt.

Meester van Gaal

Lessen van een wijze meester!

Feedback feed up feed forward

De door de leerlingen gemaakte bladen teruggeven.

Feedback feed up feed forward

Waar ben je tevreden over?

Wat zijn je meest gemaakte fouten?

Wat kan beter, hoe ga je dit aanpakken?

Zoek 3 fouten in de circle story van je klasgenootje

Schrijf ze op een memo blaadje

Huiswerk

De Taalschool  blz. 77 maken 1,2,3 en 4

                               blz. 78 maken 5

                               blz. 79 maken 8 op een apart blaadje en presenteren op maandag 20 februari! 

Geen mobieltjes op school

1. Je schrijft je mening op.

Ik vind dit een goed idee, omdat

Ik vind dit geen goed idee, omdat

Je schrijft twee voordelen en twee nadelen op.

De school begint om 10.00 uur

1. Je schrijft je mening op.

Ik vind dit een goed idee, omdat

Ik vind dit geen goed idee, omdat

Je schrijft op:

2 voordelen en 2 nadelen 

Wat is mijn probleem?

1 leerling komt naar voren

2. Er staat een probleem op het bord.

3. De leerlingen geven advies, 

totdat het probleem is geraden.

2 ronden