1. Je hoort een lange klank aan het eind van een woord met -a, -o, -u, -i, -y aan het eind. Bijvoorbeeld Nikki en Laura. Dan schrijf je 1 klinker.
2. In de bezitsvorm komt er een 's achter te staan, omdat anders de uitspraak verandert. Dus: Nikki's zusje en Laura's computer.