2TH H4.3 Begrijpend lezen

H4.3 2TH
beeld en opmaak
uitleggend tekstverband
leespubliek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4.3 2TH
beeld en opmaak
uitleggend tekstverband
leespubliek

Slide 1 - Tekstslide

Theorie (beeld en opmaak)
Beeld en opmaak / lay-out = de manier waarop de tekst is vormgegeven.
Doel = tekst aantrekkelijk maken voor de lezer

Opmaak = alles wat de schrijver met de uiterlijke vorm van de tekst doet
Bijvoorbeeld: tekstverdeling, lettertype, lettergrootte, kleur, enz.

Beeld = de keuze van de plaatjes bij de tekst
Functies: aandacht trekken / als illustratie / voorbeeld / extra informatie 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heeft de
schrijver gelet op
beeld en opmaak?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend tekstverband
Concluderend tekstverband
Samenvattend tekstverband
Oorzaak/gevolg

Slide 7 - Sleepvraag

Als je iets wilt uitleggen.
Hoe doe je dat dan?

Slide 8 - Open vraag

Theorie (tekstverbanden)
Er komt weer een nieuw tekstverband bij: het uitleggend tekstverband.

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, ...

Voorbeeld: Wij spelen thuis vaak bordspellen, zoals Regenwormen

Slide 9 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden
voor een uitleggend tekstverband

Slide 10 - Open vraag

1. Zoek een afbeelding
2. Typ een zin eronder met een uitleggend tekstverband. Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, dat wil zeggen, ...

Slide 11 - Open vraag

1. Pak tekst 5 erbij op blz. 25
2. Noem het signaalwoord voor een uitleggend tekstverband uit alinea 2
3. Waarvan is dit signaalwoord een voorbeeld?

Slide 12 - Open vraag

Sleep elk signaalwoord naar het juiste verband.
Opsommend
Tegenstellend
Tijdsvolgorde
Oorzaak-gevolg
Concluderend
samenvattend
vervolgens
omdat
maar
ook
dus
kortom

Slide 13 - Sleepvraag

Welk tekstverband zie je in deze zin?
De pandemie is nog niet voorbij, waardoor we nog steeds niet allemaal naar school mogen.

Slide 14 - Open vraag

Welk tekstverband zie je in deze zin?
De cijfers dalen nog steeds niet. Het is dus begrijpelijk dat we nog in lockdown zitten.

Slide 15 - Open vraag

Welk tekstverband zie je in deze zin?
Er zijn verschillende mogelijkheden om een toets online af te nemen. Zo kun je gebruik maken van Testfox.

Slide 16 - Open vraag

Theorie (leespubliek)
= Een bepaalde groep lezers waarvoor een schrijver een tekst schrijft.
Voor welk leespubliek is een tekst bedoeld? 
Let op:
  • het soort afbeeldingen
  • de bron
  • het taalgebruik
  • het onderwerp
  • hoe de lezer wordt aangesproken (jij/u)

Slide 17 - Tekstslide

Dus waar moet je allemaal op letten als je het leespubliek wilt achterhalen?
Noem vijf dingen.

Slide 18 - Open vraag

Waaraan kun je allemaal
zien dat de tekst hiernaast
voor jongeren bedoeld is?

Slide 19 - Open vraag

Voor welk leespubliek is de tekst geschreven:
Net als bij het ineenstorten van de V&D rijst de vraag wat te doen met onze binnensteden, nu de sociale cohesie afbrokkeld als oude lijm.
A
jongeren
B
volwassenen
C
allebei

Slide 20 - Quizvraag

Voor welk leespubliek is de tekst geschreven:
Op deze school in Gent kun je straks betalen met je hand. Leerlingen hoeven alleen even hun hand te scannen. Speciale techniek herkent de aderen van de handen van iedere leerling.
A
jongeren
B
volwassenen
C
allebei

Slide 21 - Quizvraag

En nu werken jullie!

Slide 22 - Tekstslide