H4.3 LEZEN 2E

Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
Talentboek, schrift, agenda, pen.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stop je telefoon in de telefoontas en leg je spullen op tafel:
Talentboek, schrift, agenda, pen.

Slide 1 - Tekstslide

LEZEN 4.3
10 min. lezen in je leesboek

20 min. LessonUp  uitleg/quiz

20 min. zelfstandig werken:

- Nakijken opdr. 4.1 en 4.2
- Maken opdr. 4.3, zie werkschema  




Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

H4.3 
Beeld en opmaak
Uitleggend tekstverband
Leespubliek

Slide 5 - Tekstslide

Noem de vier tekstdoelen.

Slide 6 - Open vraag

Activeren
Informeren
Amuseren
Overtuigen
Er zitten twee vliegen op het kale hoofd van een oude man. Zegt de ene vlieg: 'Weet je nog dat we hier vroeger verstoppertje speelden?'
Het KNMI waarschuwt voor winterse buien. 
Koop deze prachtige BBC-documentaires. Twee dvd's al vanaf E18,95!
Elke school hoort een vrouwelijke directeur te hebben. 

Slide 7 - Sleepvraag

Beeld en opmaak
Een ander woord is LAY-OUT.
Doel: De schrijver maakt de tekst aantrekkelijker voor de lezer. 


Opmaak:
- verdeling van tekst over bladzijde/ scherm
- lettergrootte en soort letter
- kleurgebruik
Beeld:
- keuze van plaatjes
- functie van plaatje:
      * aandacht trekken
      * illustratie bij tekst
      * voorbeeld bij tekst
      * extra info bij tekst

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe heeft de
schrijver gelet op
beeld en opmaak?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Sleep elk signaalwoord naar het juiste verband.
Opsommend
Tegenstellend
Tijdsvolgorde
Oorzaak-gevolg
Concluderend
samenvattend
vervolgens
omdat
maar
ook
dus
kortom

Slide 13 - Sleepvraag

Theorie (tekstverbanden)
Er komen weer een nieuw tekstverband bij:
- Uitleggend tekstverband: 
Er wordt iets met een voorbeeld uitgelegd. 

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie

Slide 14 - Tekstslide

Welk signaalwoord en tekstverband zie je in deze zin?

De Open Dagen zijn goed bezocht, waardoor er straks weer veel aanmeldingen zijn en we moeten loten.

Slide 15 - Open vraag

Welk signaalwoord en tekstverband zie je in deze zin?

Er zijn verschillende mogelijkheden om een toets online af te nemen. Zo kun je gebruik maken van Testfox.

Slide 16 - Open vraag

Welk signaalwoord en tekstverband zie je in deze zin?

De leerlingen van klas 2E letten altijd goed op. Het is dus begrijpelijk dat ze goede beoordelingen halen.

Slide 17 - Open vraag

Leespubliek
De schrijver schrijft een tekst voor een 
bepaalde groep. Wil je weten wat het 
leespubliek is, let dan op:
- soort plaatjes
- bron
- taalgebruik
- onderwerp
- aanspreekvorm (jij/ u)

Slide 18 - Tekstslide

Voor welk leespubliek is de tekst geschreven:

Net als bij het ineenstorten van de V&D rijst de vraag wat te doen met onze binnensteden, nu de sociale cohesie afbrokkelt als oude lijm.
A
jongeren
B
volwassenen
C
allebei

Slide 19 - Quizvraag

Voor welk leespubliek is de tekst geschreven:

Op deze school in Gent kun je straks betalen met je hand. Leerlingen hoeven alleen even hun hand te scannen. Speciale techniek herkent de aderen van de handen.
A
jongeren
B
volwassenen
C
allebei

Slide 20 - Quizvraag