Over Taal blok 4, 5 en 6 H3

Programma:


  •  Over Taal blok 4, 5 en 6 uitleg stijlfiguren 
Doel: je kent de stijlfiguren pleonasme, tautologie , dubbele ontkenning en contaminatie

  • Oefenen met de 'moeilijke' woorden van Blok 4, 5 en 6. 

  • Volgende week vrijdag: toets Over Taal
  • Dinsdag: herhalen lastige woorden en een fictieles 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma:


  •  Over Taal blok 4, 5 en 6 uitleg stijlfiguren 
Doel: je kent de stijlfiguren pleonasme, tautologie , dubbele ontkenning en contaminatie

  • Oefenen met de 'moeilijke' woorden van Blok 4, 5 en 6. 

  • Volgende week vrijdag: toets Over Taal
  • Dinsdag: herhalen lastige woorden en een fictieles 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Over taal:
- Je begrijpt de betekenis van verschillende woorden uit de media.
- Je herkent stijlfiguren die foutief gebruikt zijn, zoals foutief pleonasme en foutieve tautologie, contaminatie en dubbele ontkenning.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht: schrijf nu in je schrift de volgende stijlfiguren onder elkaar
1 onjuiste herhaling
2 tautologie
3 pleonasme
4 contaminatie
5 dubbele ontkenning
Schrijf achter deze stijlfiguren 1 voorbeeld op dat je in het filmpje hoort of ziet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welk voorbeeld heb je opgeschreven bij tautologie?

Slide 6 - Open vraag

Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van een contaminatie

Slide 8 - Woordweb

Foutief pleonasme en foutieve tautologie
Op het moment dat je tautologie of pleonasme niet als stijlfiguur, maar onbewust verkeerd in een tekst verwerkt, spreek je van foutief pleonasme en foutieve tautologie.

Bovendien moet ik morgen mijn huiswerk ook nog afmaken.
De producten van Shell worden naar het buitenland geëxporteerd.






Slide 9 - Tekstslide

contaminatie
Je haalt twee woorden door elkaar.
Iets kost veel of iets is duur en niet: iets kost duur
Ik realiseer me dat dit lastig is of ik besef dat het lastig is 
niet: ik besef me dat het lastig is

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk zelf een voorbeeld
van pleonasme

Slide 11 - Woordweb

Voor je aan de slag gaat...
Om de woorden te leren van Over Taal oefen je in de digitale methode! 

Slide 12 - Tekstslide

Ga naar de digitale methode. Ga naar bijspijkeren (na blok 6) en kies voor Over Taal. Daar kun je blok 4, 5 en 6 oefenen.

Slide 13 - Tekstslide

Vervolgopdracht 7 april af
Maak Over Taal blok 4 opdr 2 blz 167 
Maak Over Taal blok 5 opdr 2 en 3 blz 222 
Maak Over Taal blok 6 opdr 2 blz 269 
Of digitaal: 4.12, 4.13 (t/m 2.6), 5.9, 5.10 (t/m 3), 6.9 (t/m 2.6)

Leer: de betekenis van de woorden van de opdrachten 1 van Over Taal blok 4, 5 en 6

Slide 14 - Tekstslide