Les 26 oktober

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Goedemorgen allemaal!

Hoe was jullie vakantie?

Vandaag

• Oeroeg: de finale
  
  
• Discussiëren: theorie 
• Voorbereiden formative
• FA vrijdag: Discussie voeren Oeroeg

Boek uitlezen

• We lezen het boek nu uit. 
• Luister aandachtig en lees mee.  

De ik-persoon komt op het laatst Oeroeg weer tegen na al die jaren.

1. Waar
2. Onduidelijk
3. Niet waar

Oeroeg werkte zich op. Welk beroep beoefende hij later?

Wat is de voornaamste reden dat de ik-persoon en Oeroeg uit elkaar groeiden?

In het boek verstrijkt er best veel tijd. Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal, denk je?

Je zou de gedachten van de ik-persoon naïef kunnen noemen. Waarom?

In het boek krijg je een beeld van Nederlands-Indië. Leg uit hoe het perspectief invloed heeft op dat beeld.

Het thema van het boek is (vooral)...

1. Vriendschap en cultuurverschillen
2. Vriendschap en vrijheid
3. Verandering en racisme
4. Verandering en familieproblemen

De schrijfstijl van Hella Haasse is voornamelijk...

1. vaag en ingewikkeld
2. helder en beschrijvend

Kun je bevriend zijn met iemand die anders denkt en voelt als jij?

Kun je bevriend zijn met iemand uit een ander milieu?

1. Ja! Waarom niet?
2. Ja, als je er rekening mee houdt.
3. Misschien, in sommige gevallen.
4. Nee, ik denk het niet.

Discussiëren

• Goede argumenten: zakelijk? Gevoel? 
•  Helder formuleren:
  > Ik vind dat ..., omdat ...
  > Ik ben het er niet mee eens dat ...
  > Ik ben het eens met je op dit punt, maar ...
• Houd je aan het onderwerp! 
• Luisteren en laten uitpraten... 
• Kun je inspelen op wat de ander zegt? 
• Positief, vriendelijk en zakelijk. 

Discussiëren 

• Voor- en tegenpartij
• Om beurten spreken
• Ongeveer 10 min per discussie
• Peer feedback

Voorbereiden formative

Er zijn twee stellingen:

1. Kun je bevriend zijn met iemand die niet hetzelfde voelt en denkt als jij?
2. Kun je bevriend zijn met iemand die uit een heel ander milieu komt dan jij?

Voorbereiden formative

• Bedenk tenminste twee argumenten voor én twee argumenten tegen de stelling. 
• Probeer voorbeelden uit het boek en je eigen ervaringen te gebruiken. 

Discussie 1

Kun je bevriend zijn met iemand die niet hetzelfde voelt en denkt als jij?

Discussie 2

Kun je bevriend zijn met iemand die uit een heel ander milieu komt dan jij?