Lezen par. 3 les 1

Programma
Let op: vanaf volgende week moet je weer een leesboek bij je hebben! (3tvm op maandag, 3vf op dinsdag)
1) Voorlezen kerstverhaal/-verhalen
(2) Inzien toets)
3) klassikale/groepsopdracht maken & bespreken
4) Theorie Lezen par. 3
5) Opdrachten maken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Let op: vanaf volgende week moet je weer een leesboek bij je hebben! (3tvm op maandag, 3vf op dinsdag)
1) Voorlezen kerstverhaal/-verhalen
(2) Inzien toets)
3) klassikale/groepsopdracht maken & bespreken
4) Theorie Lezen par. 3
5) Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Klassikaal lezen we de column van Merel van Vroonhoven
Bespreek in je groepje:
1) Inhoud: Wat vind je van de inhoud? Ben je het eens met de schrijver?
2) Structuur: Hoe bouwt de schrijver deze column op?
3) Schrijfdoel: Wat is het schrijfdoel?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel Par. 3 Lezen
Je herkent standpunt en argumenten in teksten en je maakt daarbij gebruik van de signaalwoorden die worden gegeven.
Je kunt de argumentatie van de schrijver in een schema zetten. 
Je kunt de argumenten zelf formuleren.
Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten en je kent de verschillende argumentatieschema's.

Slide 3 - Tekstslide

Theorie Lezen Par. 3: argumentatie
Standpunt
argumenten: feitelijke (objectief) of waarderende (subjectief)


want                                       dus 

Standpunt (mening)
argument
argument

Slide 4 - Tekstslide

argumentatie
Enkelvoudige argumentatie = 1 argument
Meervoudige argumentatie = meerdere argumenten:
nevenschikkend (A1 + B1 + C1) onderschikkend (A1 + A2)of 
onder- en nevenschikkend (hele blokjesschema)

Standpunt (mening)
argument A2
argument A1
argument B1
argument C1
= subargument

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Maak vraag 1 t/m 9 van opdracht 1.
Ben je klaar, maak dan ook opdracht 2.
timer
14:00

Slide 6 - Tekstslide

Programma
1) Bespreken opdracht 1 (t/m vraag 9) en opdracht 2
2) Maken vraag 10 en 11 van opdracht 1
3) Opdracht maken (en bespreken)

Slide 7 - Tekstslide

Noteer het standpunt van de schrijver van tekst 1 en vul onderstaande argumenten in in schema met een onderschikkende argumentatie. 
a De boodschap van elke reclame is nu eenmaal dat je leven op ten minste één aspect beter kan.
b Je haar kan altijd mooier glanzen, je huis kan altijd hipper, je auto kan altijd groter of sneller of zuiniger.
c Recent onderzoek onder een miljoen EU-burgers laat zien dat in regio’s waar reclame-investeringen toenemen, mensen na verloop van tijd beduidend minder tevreden worden over hun eigen leven.
d Reclame die ‘betrouwbaar en geloofwaardig’ is, beïnvloedt sterk onze persoonlijke en culturele waarden.


Slide 8 - Tekstslide

Weet je nog wat een stroomschema is?

Slide 9 - Tekstslide

Maak een stroomschema (van oorzaak en gevolg) en vul onderstaande zinnen in de goede volgorde in.
f Die wereld wordt overspoeld door onnodige spullen, door fast fashion, wegwerp-e-sigaretten, elk seizoen weer nieuwe telefoons en ontzaglijke hoeveelheden ongezond voedsel.
g En al die extra spullen zorgen voor extra uitstoot, extra afval en extra uitputting van bronnen.
h In veel gevallen laat reclame mensen zelfs meer kopen dan waar ze behoefte aan hebben.
i Een niet te verwaarlozen deel van spullen is er alleen omdat reclame doet waar reclame voor is: mensen dingen laten kopen.

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu opdracht 3 
Maak vraag 1 en 2 individueel en werk daarna samen met je klasgenoot.
De lijst van vraag 5 projecteer ik straks met de beamer.

Slide 11 - Tekstslide