Thema 3 blok 3 recreatie en toerisme les 2

Thema 3 blok 3 recreatie en toerisme les 2
Pak je materialen en open je boek op Thema 3 Grieken en romeinen- Blok 4 recreatie en toerisme




Materialen:
- Pen
-Aantekeningenschrift
-Andere vak materialen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 blok 3 recreatie en toerisme les 2
Pak je materialen en open je boek op Thema 3 Grieken en romeinen- Blok 4 recreatie en toerisme




Materialen:
- Pen
-Aantekeningenschrift
-Andere vak materialen

Slide 1 - Tekstslide

Start
Leerdoel: Aan het einde van de les kun je:
-uitleggen waarom mensen meer geld besteden aan recreatie en toerisme dan vroeger.
-uitleggen wat het verschil is tussen recreatie en toerisme. 
Wat gaan we doen?
-Verder met: vrije tijd
-Toerisme in Nederland
Herhaling: Je kan uitleggen waarom mensen nu meer vrije tijd hebben dan vroeger.

Slide 2 - Tekstslide

Vrije tijd
-Na werk: recreëren mensen graag. 
-Zwemmen in een plas of een zwemparadijs?
-Toerisme is langer recreëren.
-Mensen hebben meer geld dus geven ook meer uit. 
Recreatie
Iets doen voor je plezier en ontspanning in je vrije tijd op een plek die daarvoor speciaal is ingericht. Nederland heeft veel mogelijkheden voor recreatie: zwemplassen, ijsbanen, bossen, strand.
Toerisme
Voor je plezier en ontspanning naar een gebied gaan buiten je eigen omgeving. In de landen rond de Middellandse Zee is veel toerisme.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Begeleide inoefening- Wij
5a- Ben je weleens naar een pretpark geweest? Zo ja, welk pretpark?
5b-Hoe kun je in bron 4 zien dat Walibi is bedoeld voor ontspanning en vermaak?
6a- Veel mensen sporten in hun vrije tijd.
Welke sportvelden herken je in bron 5?
Noteer de naam van de sport. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Begeleide inoefening- Wij
7a- Veel mensen gamen in hun vrije tijd.

Game jij weleens?
Zo ja: welke games speel je het liefst?
Hoeveel tijd besteed je daaraan?
7b-Veel mensen kijken in hun vrije tijd naar sport, ook naar e-sporten.

Kijk jij weleens naar e-sport?
Zo ja: naar welke game(s) en welke gamer(s) kijk je?
Hoeveel tijd besteed je daaraan?






Slide 10 - Tekstslide

Toerisme in Nederland
-Op vakantie in eigen land 
-Korte of langere tijd
-Verschillende accommodaties: campings, hotels en bungalowparken
-Rust op vakantie: het bos, de kust of naar attracties.



Accomodatie
Een voorziening waar je kunt overnachten als je op vakantie bent, bijvoorbeeld een camping of een hotel. We logeerden in een prachtige accommodatie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden van attracties?
Attracties zijn plaatsen waar mensen naartoe gaan om dingen te doen of te zien, zoals een dierentuin, museum en pretpark.

Slide 13 - Tekstslide

Buitenlandse toeristen
-Gaan naar ander gebieden dan de Nederlanders
-Hebben zelf vaak in eigen land meer natuur en bos.
-Komen specifiek voor:
oude steden, musea, kaasmarkten, molens en tulpenvelden, vissersdorpen of polders.

Slide 14 - Tekstslide

Begeleide inoefening- Jullie
8c- Schrijf drie toeristische attracties in je eigen omgeving op. (zonder hulp van internet)
8d-Ga naar Google Maps. Zoom in op je eigen stad of dorp. Vul in het zoekvak in: toeristische attracties.
8e- Welke attracties had je zelf niet bedacht bij de vorige opdracht?
Tijdens een vakantie in het buitenland bezoeken veel mensen een museum of ze beklimmen een toren. Maar als ze thuis zijn, doen ze dat niet.
Zijn er zulke attracties in jouw omgeving? Bedenk waarom je die attracties in je eigen omgeving niet bezoekt.



Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Leerdoel: Aan het einde van de les kun je:
-uitleggen waarom mensen meer geld besteden aan recreatie en toerisme dan vroeger.
-uitleggen wat het verschil is tussen recreatie en toerisme. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video