Gistdeeg les 2

Gistdeeg les 2
Wat gaan we doen:

Verwerkingstechnieken benoemen
 rijs- processen benoemen
Broodsoorten benoemen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gistdeeg les 2
Wat gaan we doen:

Verwerkingstechnieken benoemen
 rijs- processen benoemen
Broodsoorten benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Verwerken kleinbrood
  • Rijsprocessen, sommige degen krijgen een bulkrijs in de kuip, bijvoorbeeld wanneer er een vulling bijkomt, dit deeg krijgt vooraf een rijsproces om het glutennetwerk eerst tot ontspanning te krijgen
  • Doel van het rijzen; Luchtig en mals eindproduct verkrijgen
  • Bij opbollen is het belangrijk dat je voorkomt dat het deeg gaat scheuren, eenmaal gescheurd betekent dat het glutennetwerk stuk is en niet meer hersteld.
  • Het deeg krijg spanning, het glutennetwerk komt op spanning, zodat het netwerk op spanning komt en niet meer inzakt.
  • De bol-/puntrijs is altijd onder een deegkleedje om de verkregen temperatuur te behouden en voor optimale temperatuur van het rijsproces



Slide 2 - Tekstslide

Na het eerste rijsproces
Rijsmomenten bij kleinbrood:
  • Bol- voorslagrijs (juiste vorm brengen)
    Na de eerste bol-/puntrijs wordt het deeg platgedrukt om een fijnere structuur te krijgen, grote luchtcellen worden kleine cellen, het glutennetwerk wordt opnieuw gestructureerd. 
  • Bolletjesrijs (in model brengen)
  • Narijs (tot de gewenste volume) in de rijskast. Check op indrukken deeg of er nog rijs in zit.... = meer volume, beetje bedrog voor de klant 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Bewerkingstechnieken
  • Kadetje/bolletje
  • Slofje/puntje
  • Stolletje/beschuitdop
  • Gevlochten luxe
  • Busbrood vorm
  • Snij- of vlechttechnieken

Slide 6 - Tekstslide

Deeg verwerken in juiste vorm
  • Klein-brood verdeeld in kleine bolletjes met de verdveel-opbolmachine.
  • Groot-brood bol je op tot juiste vorm

Voor beide producten geldt dat ze na het in de juiste vorm brengen er decoratie aangebracht mag worden, daarna op de bakplaat of juiste bakblik. Let op de juiste verdeling op de bakplaat voor het gewenste eindresultaat, vergeet de
bakspray niet voor bakplaat en bakblik

Klaar voor de narijskast!



Slide 7 - Tekstslide

Narijs
Doel van de narijs meer volume en smaak door de fermentatie die plaatsvind in het deeg. 

De narijskast heeft meestal een temperatuur van 30 graden met een luchtvochtigheid van 80%, dit is 2 graden hoger dan de deegtemperatuur.

Decoreren na de narijs gebeurt meestal niet, het deeg kan inzakken en het volume kwijtraken.
Decoraties na de narijs zijn bijvoorbeeld roggebloem met de zeef.
Een knipbrood wordt 10 minuten voor het bakken ingeknipt, 
dit is wel een klusje wat goed moet gebeuren om niet te laten inzakken.

Slide 8 - Tekstslide

Welke broodsoorten ken je allemaal?

Slide 9 - Woordweb

Broodsoorten
Verschil in indeling:
vorm, gewicht, voedingswaarde, smaak, grondstoffen en wetgeving.


grootbrood 800 en 900 gram 
kleinbrood lichter zijn dan 100 gram per stuk

Slide 10 - Tekstslide

1. Graansoorten
voor 98% uit deze graansoort

2. Deel van de korrel

3. Wijze van bakken
vloer, koppel

4. Rijsmiddel, desem gist

5. Vulling




6. korst
zacht/krokant

7.Decoratie
tijger
knip

Slide 11 - Tekstslide

Warenwet
0,5% gist op een desembrood

Slide 12 - Tekstslide

De naam van een brood
Wit, bruin of volkoren, percentage (%) bloem of meel waarvan het brood gemaakt is

De graansoort bepaalt het tweede deel van de naam. 
Minimaal 98% tarwe                   tarwebrood

Minimaal 98% spelt                     speltbrood

Meergranenbrood                        drie of meer voor granen, bijvoorbeeld tarwe, spelt, maïs, gerst en/of rogge. 
Ook mag het hoofdgraan dan niet voor meer dan 90% voorkomen.

Slide 13 - Tekstslide

Deel van de korrel
Witbrood, alleen binnenste van de graankorrel.

Bruinbrood, alles tussen wit en volkoren in, dus combinatie van volkorenmeel en tarwebloem

Volkorenbrood, alleen als het meelbestanddeel voor 100% afkomstig is van de hele graankorrel, volkorenmeel in natuurlijke verhouding tijdens het malen.

In volkorenmeel zit de hele graankorrel: de kern, de zemel én de kiem.

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel % tarwebestanddelen moet een Tarwebrood bevatten?
A
60%
B
75%
C
85%
D
98%

Slide 15 - Quizvraag

Let's Go!
     SVH Gistdeeg basis 
Les 2 gistdeeg:

Slide 16 - Tekstslide