Vertering Havo 2

Verteren en verkleinen
  1. Welke onderdelen maken samen het verteringsstelsel?
  2. Hoe helpen de onderdelen van het verteringsstelsel bij het verteren?
  3. Wat is het verschil tussen verkleinen en verteren? 
  4.  Waarom poets je je tanden?
  5. Hoe voorkom je voedselbederf?


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verteren en verkleinen
  1. Welke onderdelen maken samen het verteringsstelsel?
  2. Hoe helpen de onderdelen van het verteringsstelsel bij het verteren?
  3. Wat is het verschil tussen verkleinen en verteren? 
  4.  Waarom poets je je tanden?
  5. Hoe voorkom je voedselbederf?


Slide 1 - Tekstslide

SO - week 47

BS 1, 6 + 8
- Tandformule niet
Toets - week 48

BS 1 - 8 + 10
- Tandformule niet

Slide 2 - Tekstslide

Invulopdracht verteringsstelsel
Vul de namen in van de onderdelen van het verteringsstelsel

5 minuten

Boeken dicht

Zelfstandig, fluister overleg in je groepje

Slide 3 - Tekstslide

verteringsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Verteringssap
Speeksel => verteert zetmeel
                     =>  voedsel makkelijker doorslikken
Maagsap => verteert eiwit
Darmsap => verteert koolhydraat, eiwit, vet
Alvleessap => verteert koolhydraat, eiwit vet

let op: 
gal is geen verteringssap: het verteert niet:
Gal EMULGEERT vetten

Slide 5 - Tekstslide

Mond
  • Mechanische vertering: kauwen voedsel 
  • Chemische vertering: speeksel met slijm en enzymen

Slide 6 - Tekstslide

Verkleinen -> oppervlaktevergroting
  • Zowel door kauwen als het toevoegen van gal aan de voedingsbrij
  • Meer ruimte voor de enzymen om hun werk te doen!

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een tand. 

Slide 8 - Tekstslide

Kiezen en tanden

Slide 9 - Tekstslide

Tandplak

Slide 10 - Tekstslide

Hoe krijg je gaatjes?
- Tandplak -> tandsteen




- Tandvleesontsteking

Slide 11 - Tekstslide

Hoe voorkom je voedselbederf?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Additieven (E-nummers)
  • Ruikt lekkerder (geurstoffen) 
  • Extra smaak (smaakstoffen) 
  • Mooiere kleur (kleurstoffen) 
  • Blijft langer goed (conserveermiddelen)
  • Verdikkingsmiddel 
  • Bindmiddel 

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak
- opdrachten 30, 31 en 34 en 35
- opdrachten 50 tm 53

Slide 15 - Tekstslide

Verteren en verkleinen
  1. Welke onderdelen maken samen het verteringsstelsel?
  2. Hoe helpen de onderdelen van het verteringsstelsel bij het verteren?
  3. Wat is het verschil tussen verkleinen en verteren? 
  4.  Waarom poets je je tanden?
  5. Hoe voorkom je voedselbederf?


Slide 16 - Tekstslide