In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.
Slide 2 - Quizvraag
Is dit een ethogram en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden
Slide 3 - Quizvraag
Hoe beschrijft een etholoog gedrag? En wat is dan een juist voorbeeld?
A
objectief
B
subjectief
C
De kat tikt een bolletje wol voor zich uit.
D
De kat is vrolijk aan het spelen met een bolletje wol.
Slide 4 - Quizvraag
Zintuigen en hersenen selecteren de belangrijkste externe prikkels zodat de best aangepaste respons volgt. Waarom is dit belangrijk?
Slide 5 - Open vraag
Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?
A
Inprenting
B
Sleutelprikkel
C
Supranormale prikkel
D
Inwendige prikkel
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welk soort prikkels stonden afgebeeld op de vorige dia?
A
Sleutelprikkels
B
Supranormale prikkels
C
Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Slide 8 - Quizvraag
manieren van leren
Slide 9 - Woordweb
Leerprocessen
Gewenning
Trial and error --> proefondervindelijk leren
Inprenting (gevoelige periode)
Imitatie
inzicht
Conditioneren
Slide 10 - Tekstslide
Een jonge beer probeert voor het eerst zalm te vangen. Welk leerproces is dit?
A
Trial and error
B
Conditionering
C
Gewenning
D
Inprenting
Slide 11 - Quizvraag
Na het horen van een knal gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen
Slide 13 - Quizvraag
Territorium - Territoriumgedrag Wat is NIET waar?
A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag
Slide 14 - Quizvraag
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
Territorium gedrag
Slide 15 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
broedzorg gedrag
Slide 16 - Quizvraag
0
Slide 17 - Video
In het filmpje zag je een voorbeeld van baltsgedrag. Wat is volgens jou het doel van baltsgedrag?
Slide 18 - Open vraag
Bas heeft zijn 4 kippen geobserveerd om te kijken wie elkaar pikt. Zijn resultaten: *kip 1 pikt kip 4 *kip 2 pikt kippen 1, 3 en 4 *kip 3 pikt kip 1 en 4 Wat is de rangorde in de ze groep?
A
kip 2 staat boven aan de rangorde, kip 4 onderaan
B
kip 4 staat boven aan de rangorde, kip 2 onderaan
C
de volgorde in rangorde is
kip 3, 4, 2 en als laatste 1
D
de volgorde in rangorde is
kip 2, 4,3 en als laatste 1
Slide 19 - Quizvraag
Wat is sociaal gedrag?
A
een leeuw die een gnoe opeet
B
een kat die sist naar een hond
C
een leeuw die vecht met een andere leeuw
D
een man die zijn hond leert pootjes geven
Slide 20 - Quizvraag
In ons gezin is sprake van rangorde.
A
Eens
B
Oneens
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk het onderzoek hiernaast.
Welke aap is het hoogst in rangorde en welke is het laagst?
A
hoogst: Suus
laagst: Yo
B
hoogst: Erna
laagst: Yo
C
hoogst: Erna
laagst: Greet
D
hoogst: Suus
laagst: Greet
Slide 22 - Quizvraag
Hoe, van wie, wanneer heb jij sociaal gedrag geleerd?
A
liefdevolle aandacht van de ouder(s) / verzorger(s)
B
sociaal gedrag te zien van anderen en het daarna te oefenen. Zo kun je het later toepassen
C
te spelen met 'soortgenoten'
(bijv. als peuter met andere kinderen spelen)
D
doordat je bijv. als je gezoogd wordt (borstvoeding krijgt), aandacht krijgt
Slide 23 - Quizvraag
Welke vorm van sociaal gedrag is dit?
A
Overspronggedrag
B
Baltsgedrag
C
Verzoeningsgedrag
D
Imponeergedrag
Slide 24 - Quizvraag
Welke dieren hebben geen rangorde?
A
Leeuwen
B
Tijgers
C
Wolven
D
Hyena`s
Slide 25 - Quizvraag
Welke vorm van sociaal gedrag is dit?
A
Overspronggedrag
B
Imponeergedrag
C
Dreiggedrag
D
Territoriumgedrag
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor handelingen bij sociaal gedrag?
A
Territorium
B
Communicatie
C
Signalen
D
Gedrag
Slide 27 - Quizvraag
Wat is géén voorbeeld van sociaal gedrag?
A
Een kind strikt de schoenveters nadat zijn ouders hem dat opdragen
B
Een konijn duikt zijn holletje in bij het zien van een vos
C
Een pasgeboren vogeltje opent zijn bek zodra de ouder met voedsel aankomt.
D
Een man zwaait naar de buurvrouw die langsloopt
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de functie van een rangorde in een groep dieren?
A
Het brengt rust en stabiliteit in een groep en vergroot zo de overlevingskans
B
Het zorgt er voor dat de dominante dieren blijven leven
C
Dit is zodat dieren constant kunnen vechten om wie het (het meest) dominant wordt
D
Een rangorde heeft geen functie, alleen een pikorde heeft een functie.