V4f E-mail feedback en examens

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Lesdoelen

Je hebt nagedacht over punten waar een goede zakelijk e-mail aan moet voldoen.

Je weet waar vaak fouten mee worden gemaakt bij het schrijven van een zakelijke e-mail. 

Je hebt feedback gegeven en ontvangen over een zakelijke e-mail. 

Je hebt gewerkt aan je leesdossier / verder gelezen in je boek.

Je herhaalt de regels voor de tussenletters (e, en, s) bij samenstellingen.  

Waar moet een goede zakelijke e-mail aan voldoen?

• Lees beide e-mails goed door.
• Schrijf per mail 2 tips en 2 tops. 

• Bedenk 3 zaken waarvan je denkt dat ze vaak fout gaan bij het schrijven van een zakelijke e-mail. 
• 7 min. in tweetallen. 

Top 3 tops

Top 3 tips/valkuilen

Conventies zakelijke e-mail (lesboek pag. 205)

• Aanhef: Beste mevrouw, Geachte meneer/mevrouw, 
• Witregel
• Eerste regel met hoofdletter, niet beginnen met 'Ik'.
• Inleiding: voorstellen en aanleiding mail. 
• Kern: vraag / je boodschap
• Slot: verwachting van de ander.
• Na de laatste zin sla je een regel over. 
• Afsluiting: Met vriendelijke groet, Hoogachtend, (Groetjes, Met Vriendelijke Groet)
• Na de afsluiting een witregel
• Voor- en achternaam
• Indien nodig: onder je naam je contactgegevens (adres / telefoonnummer / school / klas)

Feedback geven en ontvangen

Werk in tweetallen.

Laat aan elkaar je e-mail lezen en geef elkaar feedback op basis van het formulier. 

10 min. 

Tussenletters in samenstellingen

Samenstellingen ontstaan door twee of meer woorden aan elkaar te plakken. 

Telefoon + hoesje = telefoonhoesje

Hamburger + saus = hamburgersaus

Veel woorden kan je zonder tussenletters aan elkaar plakken.

Tussenletters

In sommige gevallen heb je een tussenletter nodig.

Hond + hok = hondenhok

Peer + sap = perensap

Stage + plaats = stageplaats

Rood + kool = rodekool

opleiding+niveau = opleidingsniveau

Wanneer krijg je nou en, wanneer e en wanneer een s?

Blijf je staan of ga je zitten?

Staan = -en in de samenstelling

Zitten = -e in de samenstelling

Blijf je staan of ga je zitten?

Staan =  extra -s in de samenstelling

Zitten = geen extra -s in de samenstelling

Huiswerk

Maak van H3 Taalverzorging spelling opdracht 5