2e bijeenkomst : Herhalen + Tussenletter of niet? + Opdracht SCHRIJFPLAN zakelijke e-mail

Examentraining SCHRIJVEN 2F
Wat gaan we vandaag doen:

  • Wat weet je nog van de vorige les?
  • Spelling: Het gebruik van een tussenletter of niet.
  • Theorie: zakelijke e-mail
  • Een schrijfplan zakelijke e-mail maken + vandaag inleveren.

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examentraining SCHRIJVEN 2F
Wat gaan we vandaag doen:

  • Wat weet je nog van de vorige les?
  • Spelling: Het gebruik van een tussenletter of niet.
  • Theorie: zakelijke e-mail
  • Een schrijfplan zakelijke e-mail maken + vandaag inleveren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige week?
  • Inleiding
  • Middenstuk/kern
  • Slot

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen: CONGRUENTIE.
Goed of fout?
Een groot percentage van de bewoners overwegen te verhuizen.


A
GOED
B
FOUT

Slide 3 - Quizvraag

Even herhalen: CONGRUENTIE.
Goed of fout?
Een groot aantal mensen gaan er deze maand op achteruit.
A
GOED
B
FOUT

Slide 4 - Quizvraag

Even herhalen: CONGRUENTIE.
Goed of fout?
Het gebruik van euromunten blijken voor ouderen nog steeds lastig.
A
GOED
B
FOUT

Slide 5 - Quizvraag

Even herhalen: CONGRUENTIE.
Goed of fout?
Het merendeel van de scholieren vinden de opdrachten moeilijk.
A
GOED
B
FOUT

Slide 6 - Quizvraag

Even herhalen: AAN ELKAAR of LOS?
Goed of fout?
Media wetgeving
A
GOED
B
FOUT

Slide 7 - Quizvraag

Even herhalen: AAN ELKAAR of LOS?
Goed of fout?
snoepautomaat
A
GOED
B
FOUT

Slide 8 - Quizvraag

Even herhalen: AAN ELKAAR of LOS?
Goed of fout?
zeshonderd
A
GOED
B
FOUT

Slide 9 - Quizvraag

Even herhalen: AAN ELKAAR of LOS?
Goed of fout?
Zuid-Hollander
A
GOED
B
FOUT

Slide 10 - Quizvraag

Even herhalen: AAN ELKAAR of LOS?
Goed of fout?
vijf sterrenhotel
A
GOED
B
FOUT

Slide 11 - Quizvraag

Theorie over het gebruik van een tussenletter.
Een samenstelling is een combinatie van twee of meer woorden. Om die woorden aan elkaar te plakken worden er vaak tussenletters gebruikt. Je kiest de tussenletter -en of -s door naar de meervoudsvorm van het eerste deel te kijken.
Bijvoorbeeld:
tomaat + soep= tomatensoep
station + plein = stationsplein

Slide 12 - Tekstslide

-e of -en als tussenletter?
Sommige woorden hebben dubbele meervoudsvorm:
  • ziektes/ziekten = ziektebeeld
  • hoogtes/hoogten = hoogtevrees
  • groentes/groenten = groentesoep
  •  boekes/ boeken = boekenkast
  • stoels/ stoelen =  stoelendans


Slide 13 - Tekstslide

Uitzondering (1)
Wanneer er leesproblemen ontstaan, plaats je een koppelteken: 
  • mee-eter, 
  • radio-omroep, 
  • achttiende-eeuwse
  • contra-aanval

Slide 14 - Tekstslide

Uitzondering (2)
Een samenstelling krijgt geen tussenletter als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat al -en als uitgang heeft.

Bijvoorbeeld:
  • Keukenraam (ook al heeft keuken als meervoud -s)
  • Havenmeester  (ook al heeft haven als meervoud -s)

Slide 15 - Tekstslide

Uitzondering (3)
Wanneer het eerste deel van de samenstelling de stam van het werkwoord betreft, gebruik je een -e als tussenletter.

Bijvoorbeeld:
  • Wiegelied (wieg is de stam van het werkwoord wiegen)
  • Spinnewiel (spin is de stam van het werkwoord spinnen)

Slide 16 - Tekstslide

Uitzondering (4)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling er maar één van bestaat.

Bijvoorbeeld:
  • Maneschijn (wij hebben maar één maan)
  • Zonnebank (wij hebben maar  één zon)
  • Koninginnedag (we hadden maar  één koningin)

Slide 17 - Tekstslide

Uitzondering (5)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling het deel dat erna komt versterkt.

Bijvoorbeeld:
  • Beresterk
  • Apetrots
  • Stekeblind

Slide 18 - Tekstslide

Uitzondering (6)
Wanneer van het eerste deel van de samenstelling een ouderwetse samenstelling is. 
Bijvoorbeeld:
  • bakkebaard
  • bruidegom
  • ledematen
  • zinnebeeld

Slide 19 - Tekstslide

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
groentepakket
B
groentenpakket
C
groentespakket

Slide 20 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 21 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
zakenreis
B
zakereis

Slide 22 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
stekenblind
B
stekeblind

Slide 23 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
geboortecijfer
B
geboortencijfer

Slide 24 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
nachtegaal
B
nachtengaal

Slide 25 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
koninginnesoep
B
koninginnensoep

Slide 26 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
boordenvol
B
boordevol

Slide 27 - Quizvraag

Welke samenstelling is correct geschreven?
A
huilebalk
B
huilenbalk

Slide 28 - Quizvraag

Bij twijfel ....
.... gebruik een woordenboek!

Slide 29 - Tekstslide

Theorie: zakelijke e-mail
Wanneer je een brief stuurt via een e-mail zijn er twee mogelijkheden:
  1. Je stuurt de briefinhoud als e-mail en stuurt eventuele bijlagen mee als aparte documenten.
  2. Je stuurt een gehele brief als bijlage van de e-mail

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Onderwerp
waar gaat de mail over?
Inleiding
waarom en waarover schrijf je?
Aanhef
Aan wie je schrijft.
Slot
Wat wil je dat er gebeurt? Sluit Positief af!
Witregels
Gberuik ze tussen de verschillende onderdelen van een tekst
Afsluiting
Sluit af met Met vriendelijke groet, en je naam.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat hebben jullie vandaag gedaan?
Herhaald: congruentie en aan elkaar of los?
Geoefend met het schrijven van samenstellingen.
De theorie van de zakelijke e-mail besproken.
De opdracht SCHRIJFPLAN een zakelijke e-mail geschreven en ingeleverd.





Slide 35 - Tekstslide