Stel je voor dat er een interview met de hoofdpersoon van het laatste boek dat jij hebt gelezen in de krant komt. Dit interview vindt plaats na de verhaallijn in de roman. Bij zo’n interview, waarin iemand zelf veel aan het woord is, staat vaak een
kadertekst. Daarin wordt kort beschreven wat voor persoon het is.
Schrijf zo'n kadertekst van ongeveer
150 woorden, waarin je de hoofdpersoon karakteriseert aan de hand van eigen uitspraken en van anderen. Denk hierbij aan het perspectief waarin de roman is geschreven en hoe dit jouw visie op de hoofdpersoon heeft beïnvloed.