Personages en perspectief

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welk perspectief herken je in dit fragment?

Slide 6 - Open vraag

Welk perspectief herken je in dit fragment?

Slide 7 - Open vraag

Welk perspectief herken je in dit fragment?

Slide 8 - Open vraag

Welk perspectief is het meest objectief?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend hij/zij-perspectief
D
Auctoriaal perspectief

Slide 9 - Quizvraag

Een subjectief perspectief is ook altijd een onbetrouwbaar perspectief
A
Waar
B
Onwaar

Slide 10 - Quizvraag

Zelfstandig werken
 Stel je voor dat er een interview met de hoofdpersoon van het laatste boek dat jij hebt gelezen in de krant komt. Dit interview vindt plaats na de verhaallijn in de roman. Bij zo’n interview, waarin iemand zelf veel aan het woord is, staat vaak een kadertekst. Daarin wordt kort beschreven wat voor persoon het is. 
Schrijf zo'n kadertekst van ongeveer 150 woorden, waarin je de hoofdpersoon karakteriseert aan de hand van eigen uitspraken en van anderen. Denk hierbij aan het perspectief waarin de roman is geschreven en hoe dit jouw visie op de hoofdpersoon heeft beïnvloed. 

Slide 11 - Tekstslide

LESAFSLUITING
Volgende les: een aantal leerlingen leest zijn kadertekst aan de klas voor. 

Slide 12 - Tekstslide