V&A H4

Vragers en aanbieders
Les 11
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders
Les 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
• noemen uit welke delen de vraag naar arbeid is samengesteld.
• noemen uit welke delen het aanbod van arbeid is samengesteld.
• uitleggen dat marktevenwicht ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.
• voorbeelden geven van factoren waardoor de vraaglijn en/of aanbodlijn kunnen verschuiven (naar links of naar rechts) en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik - huiswerk check
Huiswerk was: Alle leerlijnen: 3.13 t/m 3.18 + 3.20

Nakijken met nakijkboek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt
Het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid. 

Vragers: werkgevers
Aanbieders: werknemers

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag naar arbeid
- belangrijke factor loon. Hoe hoger het loon, hoe lager de vraag naar arbeid door werkgevers. Hoe lager het loon, hoe hoger de vraag naar arbeid door werkgevers.
- groei van de economie. Groei betekent toename van de vraag door toename productie.

Vraag naar arbeid = aantal werkenden + vacatures

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanbod van arbeid
- belangrijke factor loon. Hoe hoger het loon, hoe hoger het aanbod van arbeid door werknemers. Hoe lager het loon, hoe lager het aanbod van arbeid door werknemers.
- demografische factoren beïnvloeden het aanbod van arbeidskrachten.

Aanbod van arbeid = beroepsbevolking

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleid oefenen: klassikaal 
Interactieve vragen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de vraag naar arbeid

Slide 9 - Open vraag

7.500.000 + 1.500.000 + 280.000 = 9.280.000 personen

Vraag naar arbeid = Vacatures + werkenden

Bron: LWEO, Vragers en Aanbieders, 1e druk, vraag 4.2a
Bereken het aanbod van arbeid
(= beroepsbevolking)

Slide 10 - Open vraag

7.500.000 + 1.500.000 + 310.000 = 9.310.000 personen

Beroepsbevolking = werkenden + werklozen

Bron: LWEO, Vragers en Aanbieders, 1e druk, vraag 4.2b
Bereken de werkgelegenheid

Slide 11 - Open vraag

7.500.000 + 1.500.000 = 9.000.000 personen

Werkgelegenheid = aantal werkenden.

Bron: LWEO, Vragers en Aanbieders, 1e druk, vraag 4.2c
Zelfstandig werken/ huiswerk:
Zelfstandig werken/ huiswerk:
Basis: 4.3 t/m 4.6
Intensief: 4.1, 4.3 t/m 4.6
Plus: 4.3, 4.6

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
• noemen uit welke delen de vraag naar arbeid is samengesteld.
• noemen uit welke delen het aanbod van arbeid is samengesteld.
• uitleggen dat marktevenwicht ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.
• voorbeelden geven van factoren waardoor de vraaglijn en/of aanbodlijn kunnen verschuiven (naar links of naar rechts) en dit zowel grafisch als rekenkundig onderbouwen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies