Afrikaans

Nederlands in de wereld
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel mensen spreken Nederlands als moedertaal?

Slide 2 - Open vraag

In welke landen wordt officieel Nederlands gesproken?

Slide 3 - Open vraag

Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Slide 4 - Tekstslide

Hoe kwam het Nederlands daar terecht?
17e eeuw: handel, kolonisatie en emigratie

Slide 5 - Tekstslide

Slang uit Suriname

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent 'doekoe'?
A
Een dier
B
Geld
C
Wijsheid
D
Vreugde

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent 'pata'?
A
Hesp
B
Aardappel
C
Geld
D
Schoen

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent 'mattie'?
A
Vriend
B
Geluk
C
Veel
D
Mat

Slide 9 - Quizvraag

Afrikaans: een dochtertaal van het Nederlands

Slide 10 - Tekstslide

Waar wordt het Afrikaans gesproken?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel mensen spreken Afrikaans?
A
3 miljoen
B
300 miljoen
C
13 miljoen
D
33 miljoen

Slide 13 - Quizvraag

Afrikaans
  • Gesproken in Zuid-Afrika en Namibië
  • Dochtertaal van het Nederlands
  • Een soort vereenvoudigd Nederlands met diverse invloeden: Nederlands + lokale talen (Zoeloe, Xhosa, Khoikhoi...) + vreemde talen (Maleis, Portugees...)
  • Gebruikt vanaf de 17de eeuw

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is een verkeerslicht in het Afrikaans?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent het Afrikaanse woord 'geil'?

Slide 17 - Open vraag

Creativiteit van het Afrikaans

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een verkleurmannetjie?
A
Iemand die snel bloost
B
Het mannetje op een verkeerslicht
C
Een kleuter
D
Een kameleon

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een bromponie?
A
Een boos paard
B
Een brommer
C
Een vlieg
D
Een fiets

Slide 20 - Quizvraag

Toebroodjie

Slide 21 - Tekstslide

Gaatjesdrukker

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent het Afrikaanse woord 'spookasem'?

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent de uitdrukking 'Daar is 'n drol in die drinkwater'?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Valse Afrikaanse woorden
  • amperbroekie
  • zweefteef
  • loerpijpie
  • spoedvark
  • pletterpet

Slide 26 - Tekstslide

Neologismen:
afzetting tegen het Engels
  • terugvoer
  • kletskamer
  • bezigheidsman
  • slimfoon
  • naweek
  • rekenaar

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Verzin zelf een Afrikaans woord voor touchscreen

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Lijkt Afrikaans op West-Vlaams?
  • Allebei gebaseerd op een oudere vorm van het Nederlands

Slide 31 - Tekstslide

Gelijkenissen Afrikaans en West-Vlaams
  • ek in plaats van ik
  • skip i.p.v. schip
  • pèrd i.p.v. paard

Slide 32 - Tekstslide

Verschillen Afrikaans en Nederlands
  • Spelling: wys / wijs
  • Dubbele ontkenning: ek praat nie Afrikaans nie
  • Eenvoudige grammatica: ek is, jy is, hy is, ons is, julle is, hulle is
  • Woordenschat (zie eerder)
  • ....

Slide 33 - Tekstslide