In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
DEZE LES
Slide 1 - Tekstslide
Geluid maken en horen
Slide 2 - Woordweb
6.1 Geluid maken en horen
Geluidsbron = een 'voorwerp' dat geluid maakt.
Slide 3 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Geluidsbron = een 'voorwerp' dat geluid maakt
Voorbeelden:
- muziekinstrumenten
- machines
- motoren
- luidsprekers
- iPods
Slide 4 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Tussenstof (medium) = een stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen.
Slide 5 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Geluid ontstaat door de trillingen van een geluidsbron.
Voorbeelden:
- Bij je stem zijn het de stembanden die trillen.
- Bij een luidspreker is het de conus die trilt.
- Bij een gitaar zijn het de snaren die trillen.
- Bij een stemvork zijn het de benen die trillen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
6.1 Geluid maken en horen
Je kunt geluid alleen horen als er een tussenstof is.
Slide 8 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Je kunt geluid alleen horen als er een tussenstof is.
De stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen noemen we ook wel een medium.
Slide 9 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Je kunt geluid alleen horen als er een tussenstof is.
De stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen noemen we ook wel een medium.
Voorbeelden:
- lucht
- water
- koper
- glas
- ijzer
Slide 10 - Tekstslide
Door welke stof kan het geluid zich het snelst verplaatsen?
A
lucht
B
water
C
glas
D
koper
Slide 11 - Quizvraag
6.1 Geluid maken en horen
Je kunt geluid alleen horen als er een tussenstof is.
De stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen noemen we ook wel een medium.
bron
ontvanger
medium
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Wat klopte er niet in het filmpje?
Slide 14 - Open vraag
6.1 Geluid maken en horen
Geluid (drukveranderingen) bereiken via de oorschelp en gehoorgang de trommelvliezen.
Slide 15 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Geluid (drukveranderingen) bereiken via de oorschelp en gehoorgang de trommelvliezen.
- gehoorbeentjes
hamer, aanbeeld en stijgbeugel
- slakkenhuis
- gehoorzenuw
- hersenen
Slide 16 - Tekstslide
De menselijke stem
Slide 17 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Geluid heet tijd nodig om zich te verplaatsen. Denk maar eens aan onweer. Je ziet de flits eerder dan dat je het geluid hoort. Het licht gaat sneller dan het geluid. Hoe langer het duurt voordat je de donder hoort, hoe verder het onweer van je vandaan is.
Slide 18 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Geluidsnelheid is de snelheid waarmee het geluid door een tussenstof beweegt.
Voorbeelden:
- lucht = 340 m/s
- water = 1450 m/s
- koper = 3800 m/s
- glas = 4300 m/s
- ijzer = 5100 m/s
Slide 19 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Slide 20 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 1:
Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte.
Bereken de geluidsnelheid door deze stof.
Slide 21 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 1:
Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte.
Bereken de geluidsnelheid door deze stof.
v=ts
Slide 22 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 1:
Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte.
Bereken de geluidsnelheid door deze stof.
m/s
v=ts=0,0120,6=50
Slide 23 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 1:
Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte.
Bereken de geluidsnelheid door deze stof.
m/s
v=ts=0,0120,6=50
Slide 24 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 2:
De snelheid door een ijzeren rails is 5100 m/s.
Hoelang doet het geluid erover om door 2 km ijzeren rails te bewegen?
Slide 25 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 2:
De snelheid door een ijzeren rails is 5100 m/s.
Hoelang doet het geluid erover om door 2 km ijzeren rails te bewegen?
s=2km=2000m
Slide 26 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 2:
De snelheid door een ijzeren rails is 5100 m/s.
Hoelang doet het geluid erover om door 2 km ijzeren rails te bewegen?
t=vs
s=2km=2000m
Slide 27 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 2:
De snelheid door een ijzeren rails is 5100 m/s.
Hoelang doet het geluid erover om door 2 km ijzeren rails te bewegen?
t=vs=51002000=0,39s
s=2km=2000m
Slide 28 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 3:
De snelheid van het licht is 300.000.000 m/s.
Een lichtstraal doet er 500 seconde over om de aarde te bereiken.
Wat is de afstand tussen de zon en de aarde?
Slide 29 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 3:
De snelheid van het licht is 300.000.000 m/s.
Een lichtstraal doet er 500 seconde over om de aarde te bereiken.
Wat is de afstand tussen de zon en de aarde?
s=v⋅t
Slide 30 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Voorbeeld 3:
De snelheid van het licht is 300.000.000 m/s.
Een lichtstraal doet er 500 seconde over om de aarde te bereiken.
Wat is de afstand tussen de zon en de aarde?
s=v⋅t=300.000.000⋅500=150.000.000.000
m
Slide 31 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Opdracht:
Meike ziet haar vader in de verte hout hakken. Als de bijl het hout treft, hoort zij pas na 0,5 seconde de klap. De afstand tussen Meike en haar vader is 168 m.
Bereken de snelheid van het geluid.
timer
1:00
Slide 32 - Tekstslide
6.1 Geluid maken en horen
Rekenen met geluid.
Opdracht:
Meike ziet haar vader in de verte hout hakken. Als de bijl het hout treft, hoort zij pas na 0,5 seconde de klap. De afstand tussen Meike en haar vader is 168 m.
Bereken de snelheid van het geluid.
v=ts=0,5168=336
m/s
Slide 33 - Tekstslide
Sleep de snelheid naar de bijbehorende onderdeel.
Rakket
Fiets
Wandelen
Auto
1 m/s
10 m/s
100 m/s
10.000 m/s
Slide 34 - Sleepvraag
6.1 Geluid maken en horen
Maak van het filmpje kort een aantekening en lever die in bij OPDRACHTEN