H2 §5 Innovatie in een bedrijf

Economie 

H2 §5
Innovatie in een bedrijf
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie 

H2 §5
Innovatie in een bedrijf

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

§5 Leerdoelen
- Ik kan de invloed van verschillende vormen van innovatie uitleggen.
- Ik kan rekenen met onderbezetting

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan je de arbeidsproductiviteit verhogen?
1. Nieuwe productietechnieken
- mechaniseren
Sneller en makkelijker werken met machines, maar nog wel met hulp van mensen (bijv scankassa's)
- automatisering
Je vervangt de mensen helemaal door een machine ( bijv zelfscanners)

Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen mechanisering en automatisering
- Bedrijf kan bezuinigen op de loonkosten --> daardoor hogere winst
- Er moeten duurdere machines gekocht worden --> Deze worden per jaar minder waard (afschrijving) --> Daardoor stijgen de afschrijvingskosten binnen het bedrijf

Slide 5 - Tekstslide

Productiecapaciteit = maximale productie
Alles wat beschikbaar is in een onderneming (arbeid en kapitaal) om te produceren, bepalen de productiecapaciteit.

Wordt de productiecapaciteit niet benut, dan is er sprake van onderbezetting


Slide 6 - Tekstslide

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit


  • onderbezetting 
  • -> er wordt minder geproduceerd, dan er maximaal geproduceerd kan worden
  • overbezetting 
  • -> er is productiecapaciteit te kort om aan de vraag te kunnen voorzien

Slide 7 - Tekstslide

Bezettingsgraad
Werklijke productie tov capaciteit. Altijd weergegeven in procenten

Formule : werkelijke productie : productiecapaciteit (max productie)

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Bij een fabriek is een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. De fabriek produceert 40 fietsen op een dag.

1. Is hier sprake van een onderbezetting of een overbezetting?

2. Bereken de bezettingsgraad? 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Bij een fabriek is een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. De fabriek produceert 40 fietsen op een dag.
1. Is hier sprake van een onderbezetting of een overbezetting?
Er worden minder fietsen gemaakt dan max kan, dus onderbezetting
2. Bereken de bezettingsgraad? 
40 : 50 x 100 = 80%

Slide 10 - Tekstslide

Wat is recessie?
Recessie betekent letterlijk 'teruggang' of 'terugval'. De economische groei daalt en is dan lager dan gemiddeld. 

In de praktijk wordt meestal van een recessie gesproken als de groei van het nationaal inkomen (wat er in totaal wordt verdiend in een land) gedurende twee of meer opeenvolgende kwartalen negatief is.

Is de productie laag --> dan wordt er ook minder verkocht --> nationaal inkomen lager --> recessie 

Slide 11 - Tekstslide

Bezettingsgraad
LAAG 

Dan komt economie in een recessie

Slide 12 - Tekstslide

Stelling
In de coronatijd is de bezettingsgraad van machines bij veel bedrijven hoog

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
§5 Opgaven 6 t/m 12
en RT 5

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen

Slide 16 - Tekstslide

§5 Leerdoelen
- Ik kan de invloed van verschillende vormen van innovatie uitleggen.
- Ik kan rekenen met onderbezetting

Slide 17 - Tekstslide