30.Stunde 2 HV 23/24

Deutschstunde
Grammatik-Wiederholung
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deutschstunde
Grammatik-Wiederholung

Slide 1 - Tekstslide

Lernziel
Ich habe einen Hund. Er heißt Bello. Er ist 1 Jahr alt. Ich mag ihn sehr. Wir dürfen ihn leider nicht streicheln. Das mag er nicht. 
Am liebsten isst er  Hundekekse.  Er findet sie lecker.
Er mag meine Mutter sehr. Wenn sie ihn ruft, rennt er zu ihr.

Suche alle Fälle ( naamvallen). Schreibe selber auch einen Text mit Fällen

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de lidwoorden naar de juiste vorm.
mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 3 - Sleepvraag

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?
A
der, dem, das, ....
B
du, er, wir, ihr, sie, ...
C
ihr, euer, Ihr, ...
D
dir, mir, ihn, ihm, ....

Slide 4 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoord
uitgang voor een mannelijke zelfstandig naamwoord:
A
geen uitgang
B
-e
C
-er

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke zelfstandige naamwoorden krijgt het bezittelijke voornaamwoord een uitgang -e?
A
mannelijke en onzijdige
B
mannelijke en vrouwelijke
C
vrouwelijke en meervoud
D
meervoud

Slide 6 - Quizvraag

Ergänze (vul in):
Ich mag ....... (mijn) Tiere sehr!
A
mein
B
meine
C
meinen

Slide 7 - Quizvraag

Ergänze:
Susi hat (jullie)........... Hund.
A
dein
B
seine
C
euren
D
ihren

Slide 8 - Quizvraag

Ergänze:
Sind ......... (jullie) Eltern auch zum Fest gekommen?
A
ihr
B
ihre
C
euer
D
eure

Slide 9 - Quizvraag

Ergänze:
Das Essn ist ( voor jou)
A
ohne dich
B
gegen uns
C
vor mir
D
für dich

Slide 10 - Quizvraag

Wann können wir (jullie) ... besuchen?

Slide 11 - Open vraag

Ergänze
1. Ist das (jouw).................Buch.
2. Kennt ihr ( onze).................. Freund.
3.  Wann können wir ( jullie )............besuchen.
4. Was gibt sie ( haar).............Mutter zum Geburtstag.
5. Sie laufen( door het)...................Wald (m.)
6. Er such ein Geschenk ( voor haar).....................

Slide 12 - Tekstslide