H8: het lichaam werkt herhaling

H8: het lichaam werkt (herhaling) 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H8: het lichaam werkt (herhaling) 

Slide 1 - Tekstslide

Maak een lessonup-account
Ik heb al mijn lessen met jullie gedeeld.
Voer je klasse-code in.
Dan krijg je een overzichtje met alle bio-lessen.
Kijk die nog eens rustig terug voor de PTO3.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
8.3: Je leert hoe je bloed stoffen vervoert en welke soorten bloedvaten je hebt.
8.4: Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt en hoe je hart werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom moet er bloed langs de spieren stromen?
A
De spieren hebben CO2 en glucose nodig
B
Ze hebben zuurstof en glucose nodig
C
Ze hebben energie nodig...
D
Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig

Slide 4 - Quizvraag

Heb je al antwoord gegeven en wacht je op de rest?
Probeer in de bedenk-tijd nog een andere vraag kunt bedenken!

Slide 5 - Tekstslide

Door welk onderdeel wordt jouw bloed vloeibaar?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Plasma en cellen
D
Een soort gele vloeistof

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer krijgt jouw bloed een donker-rode kleur?
A
Door de CO2
B
Door de zuurstof
C
Door het plasma
D
Door de rode bloedcellen

Slide 7 - Quizvraag

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?
A
Glucose
B
Alle voedingsstoffen
C
Vetten
D
Zuurstof

Slide 8 - Quizvraag

Hoe nemen jouw rode bloedcellen zuurstof mee?
A
Met glucose
B
Met grijpertjes...
C
Met het cytoplasma
D
Hemoglobine

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de persoon naar het juiste bloed!

Slide 10 - Sleepvraag

Waarom stroomt bloed in de goede richting?
A
Bloed kan maar in 1 richting stromen
B
Door "deurtjes" in de aders...
C
Door "kleppen" in de aders...
D
Bloed met zuurstof gaat naar de spier...

Slide 11 - Quizvraag

Henkie heeft een ongeluk gehad.

Repareer Henkies kapotte bloedvat met het juiste stukje van een donor.

Slide 12 - Sleepvraag

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurtof?
A
Door urinebuis
B
Door de slagader
C
Door ader
D
Door slagader & haarvat

Slide 13 - Quizvraag

SLAG-ader
Ader
Bij een wond: welke druppels bloed komen uit welk type bloedvat?

Slide 14 - Sleepvraag

Leerdoelen
8.3: Je leert hoe je bloed stoffen vervoert en welke soorten bloedvaten je hebt.
8.4: Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt en hoe je hart werkt.

Slide 15 - Tekstslide

Als bloed langs de longen stroomt, dan zit dat bloed in de...
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop
C
Maag
D
Nieren

Slide 16 - Quizvraag

Blijft bloed altijd in de kleine bloedsomloop?

Slide 17 - Open vraag

Waar stroomt bloed in de aorta naartoe?
A
naar alle organen behalve de longen
B
naar de grote bloedsomloop
C
heeft het een rode kleur
D
is het zuurstof-rijk

Slide 18 - Quizvraag

Waar stroomt bloed in de holle ader naartoe?
A
naar alle organen behalve de longen
B
naar de grote bloedsomloop
C
naar de linker kant vh hart
D
naar de rechter kant vh hart

Slide 19 - Quizvraag

Via welk bloedvat gaat THC uit een joint naar je hersenen?
A
De been-ader
B
De been-slagader
C
De hoofd-ader
D
De hoofd-slagader

Slide 20 - Quizvraag

Als je een joint rookt. In welke bloedsomloop komen de werkzame stoffen dan als eerste terecht?
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
De rechter helft vh hart
D
De linker helft vh hart

Slide 21 - Quizvraag

Welk bloedvat leidt bloed NAAR de lever?
A
Lever-ader
B
Lever-slagader
C
Nier-ader
D
Been-slagader

Slide 22 - Quizvraag

Welk bloedvat leidt bloed naar het been?
A
Been-slagader
B
Lever-slagader
C
Nier-ader
D
Been-ader

Slide 23 - Quizvraag

Welk bloedvat leidt bloed bij het been vandaan?
A
De been-ader
B
De been-slagader
C
De nier-ader
D
De lever-slagader

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoelen
8.3: Je leert hoe je bloed stoffen vervoert en welke soorten bloedvaten je hebt.
8.4: Je leert hoe het bloed door je lichaam stroomt en hoe je hart werkt.
Volgende keer: 8.1 & 8.2

Slide 25 - Tekstslide