Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. Wetenschappelijke revolutie
27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
HC 2.1: De Verlichting (1650 -1789)
Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. Wetenschappelijke revolutie
27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
Slide 1 - Tekstslide
Wat is Verlichting? > 'Durf te denken' (Kant, 1724-1804)
Komt voort uit de wetenschappelijke revolutie die weer geactiveerd wel door:
Humanisme, ontdekkingsreizen en vooruitgang ambachten
Kennis van klassieke inzichten +
nieuwe inzichten door
kennis op grond van zintuiglijke waarneming:
empirisme
Maar: in hoeverre zijn onze zintuigen te vertrouwen?
Wat zien we hier? >>>>
Slide 2 - Tekstslide
Wat is Verlichting?
naast rationalisme(René Descartes, 'Je pense donc je suis') =
kennis op grond van logisch en verstandelijk redeneren, op grond van aangeboren ideeën.
ook: empirisme (John Locke)=
enige betrouwbare bron is waarneming en experimenteren, en 'Kennis is veranderlijk'.
Gevolg: het ontstaan van het 'Verlichte denken':
- rationeel optimisme en vooruitgangsdenken
- verstand en rede ipv traditie, bijgeloof en dogma's > 'durf te denken'
allerlei zaken in de samenleving worden ter discussie gesteld o.a
geloof, bestuur en sociaaleconomische ordening van de samenleving >
Basis voor dedemocratische revoluties in Amerika en Frankrijk.
Slide 3 - Tekstslide
HC 2.1: De Verlichting (1650 -1789)
Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. Wetenschappelijke revolutie
27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. Wetenschappelijke revolutie
27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
Slide 9 - Tekstslide
Kritiek op de ordening in de samenleving
Verlichte denkers waren tegen de standenmaatschappij:
ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o.a
recht op vrijheid, leven en bezit
'Droit Divin' werd verworpen
pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid >
minder gericht op de ratio,
meer vanuit het gevoel > romantiek >
Rousseau
Slide 10 - Tekstslide
Rousseau (1712-1778):
radicaal Verlichte denker want:
gericht op gehele volk ipv op bourgeoisie
volk van oorsprong 'Sauvage noble'
tegen iedere vorm van gezag
algemene wil leidend: sociaal contract >
'de regering uitvoerder gezamenlijke wil'
permanente volkssoevereiniteit >
directe democratie
inspirator Franse Revolutie (Robespierre)
grondlegger Romantiek:
gevoel ipv ratio
Slide 11 - Tekstslide
Adam Smith:
nadruk op de economie
tegenstander van mercantilisme >
bepleitte:
- vrijhandel en marktwerking
- weinig overheidsinvloed
rationeel eigenbelang geeft welvaart >
en dient daarmee algemeen belang
Slide 12 - Tekstslide
Verspreiding van de idealen van de Verlichting:
'salons' en koffiehuizen
'Encyclopédie'
briefwisselingen en boeken
Natuurkundige genootschappen
Tijdschriften
Slide 13 - Tekstslide
Verlicht absolutisme:
I. Frederik II de Grote van Pruisen
poging van vorsten om:
absolutisme te continuëren en:
verlicht denken te implementeren.
o.a. Frederik II de Grote van Pruisen (1712/1740 - 1786):
- 'eerste dienaar van de staat'
- Voltaire aan het hof
- afschaffen lijfstraffen
- verbeteren onderwijs
- introductie aardappel
- droogleggen moerassen
- godsdienstige verdraagzaamheid
'Alles voor het volk, niets door het volk'
wel bleef lijfeigenschap bestaan
Slide 14 - Tekstslide
Verlicht absolutisme
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
II. Keizer Josef II van Oostenrijk
(1741/1765 - 1790)
broer van Marie-Antoinette
streefde naar centralisatie maar:
lijfeigenschap afgeschaft
kerk ondergeschikt gemaakt aan de staat o.a:
seminaries opgegaan in staatsscholen
bedevaartsplaatsen gesloten
aantal feestdagen teruggebracht > bijnaam:
'keizer-koster'
godsdienstvrijheid (1781)
burgerlijk huwelijk ingevoerd
aantal kermissen beperkt
rechtspraak hervormd (1787)
Slide 19 - Tekstslide
III. Catharina de Grote van Rusland
(1729/1762 - 1796)
Duitse prinses, gehuwd met Peter III (incapabel)
intellectueel (Voltaire: de ster van het noorden'))
door een staatsgreep aan de macht
begin Russische 'Gouden Eeuw':
successen tegen Zweden en Osmanen (Krim!)
Trias Politica ingevoerd
onderwijs bevorderd, Smolny-instituut
vaccinatie tegen pokken
toch: lijfeigenschap bleef en geen kritiek mogelijk