2.1 Grammatica 5.1 - hoofdletters

Wat gaan we doen?

+ Terugkoppeling resultaten periode 5
+ update 'vrij lezen' ==> 7 weken voor pitch leesboek

vaardigheid Schrijven
- interactieve uitleg: Grammatica hoofdstuk 5.1
- zelfstandig maken instaptoets Grammatica hfdst.5
- zelfstandig maken Gram.-5.1 en Gram.-5.2



1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

+ Terugkoppeling resultaten periode 5
+ update 'vrij lezen' ==> 7 weken voor pitch leesboek

vaardigheid Schrijven
- interactieve uitleg: Grammatica hoofdstuk 5.1
- zelfstandig maken instaptoets Grammatica hfdst.5
- zelfstandig maken Gram.-5.1 en Gram.-5.2



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
Je leert alles over het juist gebruik van hoofdletters. 

Tip: 
- Doe actief mee en maak aantekeningen 
- Pas je kennis daarna direct toe bij het maken van
  de instaptoets



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters en interpunctie 5,1 >> HOOFDLETTERS

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer schrijf je een hoofdletter?
(3 onderdelen)

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters gebruik je bij:
  • Het begin van de zin
  • namen
  • (afleidingen van) aardrijkskundige namen en talen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

1. Aan het begin van een zin.

- De man loopt naar zijn werk.

- 's Morgens ben ik altijd erg fit.


Uitzondering: cijfer of symbool

47 werknemers hebben deze week vrij.

€15 betaalde hij voor het boek.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan.
B
'S avonds ga ik naar Johan.
C
's avonds ga ik naar Johan.
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

2. Namen

- Een persoon of dier:           Ahmed, onze hond Bob

- Een land of plaats:              Frankrijk, Den Haag

- Een rivier, gebergte, zee: de Maas, de Alpen, de Noordzee

- Een bedrijf of instelling:   de Jumbo, Nike

- Een boek, film of lied:        De vliegeraar, Oorlogswinter, 

- Een officiële feestdag:      Koningsdag, Suikerfeest

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra: namen van personen
mevrouw/meneer GEEN hoofdletters

Staat er een voornaam? dan de tussenstukjes geen hoofdletter: Bente van der Tol
Bente van der Tol
mevrouw Van der Tol 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Jan van Kooten reist naar frankrijk.
B
Jan van kooten reist naar frankrijk.
C
Jan van Kooten reist naar Frankrijk.
D
Jan Van Kooten reist naar Frankrijk.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
meneer van Kooten reist naar schagen.
B
Meneer van Kooten reist naar schagen.
C
Meneer van Kooten reist naar Schagen.
D
Meneer Van Kooten reist naar Schagen.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Waar staan de hoofdletters goed?
A
mevrouw A. van Beek
B
mevrouw A. van beek
C
mevrouw Van Beek
D
mevrouw van Beek

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.
de amsterdamse zakenman jan van poort tekent een contract bij adidas.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
  • Apple
  • Verenigde Naties
Dit neem je over: 
  • iPhone

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Afkortingen
Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen schrijf je met hoofdletters en zonder puntjes.,
  • FBTO, RTL4, VVD en SP
  • Maar let op: het is PvdA
Ingeburgerde afkortingen
Als een afkorting veel gebruikt wordt, m.a.w. ingeburgerd is, schrijf je ze met een kleine letter:
  • btw en cao.
(Belasting over Toegevoegde Waarde, Collectieve Arbeids Overeenkomst

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Afkortingen
Afkortingen van instellingen, bedrijven en politieke partijen schrijf je met hoofdletters en zonder puntjes.

Waar staat HEMA voor?

Als een afkorting veel gebruikt wordt, m.a.w. 
ingeburgerd is, schrijf je ze met een kleine letter: 
btw en cao. En ook: wo, hbo, mbo, vwo, havo en vmbo

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.
  • De wind komt vandaag uit het noordwesten.

Als de windstreek of geografische locatie onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.
  • Noordelijke IJszee
  • West-Afrika,      Zuid-Amerika / Zuid-Amerikaanse cultuur

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het westen van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Westen van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het westen van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het Westen van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
  • Eindhoven
  • Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.

  • In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
  • Arme landen krijgen steun van het Westen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
  • Eerste Wereldoorlog (afgebakend) 
  • Vaderdag
  • Kerstmis
Woorden die zijn afgeleid van feestdagen krijgen geen hoofdletter: kerstdagen, moederdagcadeau.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Anna en ik hebben uren in de (....) gewandeld.
A
de alpen
B
de Alpen
C
De alpen
D
De Alpen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Officiële namen van feestdagen en andere bijzondere dagen schrijven we met een hoofdletter (Kerstmis, Valentijnsdag, Werelddierendag), maar niet-officiële en informele namen krijgen een kleine letter (kerst, valentijn, dierendag).

Waarom krijgen Kerstmis en Moederdag een hoofdletter en kerstfeest en paaszondag niet? 

De regel voor feestdagen is als volgt: de naam van de feestdag zelf schrijven we met een hoofdletter, maar verkortingen van en samenstellingen met deze feestdag niet. Daarom is het wel Kerstmis en Pasen, maar niet Kerst, Kerstfeest of Paaszondag, wel kerst, kerstfeest en paaszondag. Overigens is de spelling kerstmis correct als het om een mis tijdens het kerstfeest gaat. Moederdag is eveneens een feestdag, want er wordt geen onderscheid gemaakt tussen christelijke, islamitische, joodse en officiële feestdagen e.d.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moederdag
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 24 - Quizvraag

Is dit een officiële feestdag of niet?
kerstfeest
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 25 - Quizvraag

Is dit een officiële feestdag of niet?
kerstmis
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 26 - Quizvraag

Is dit een officiële feestdag of niet?
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
dagen, maanden en historische periodes --> kleine letter

januari, februari, maart, ... november, december

maandag, dinsdag, woensdag, ... zaterdag, weekend

prehistorie, de oudheid, renaissance

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    11. Hoofdletter of kleine letter:
    welke is juist?
    A
    middeleeuwen
    B
    Middeleeuwen

    Slide 28 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    12. Hoofdletter of kleine letter:
    welke is juist?
    A
    tweede wereldoorlog
    B
    tweede Wereldoorlog
    C
    Tweede Wereldoorlog

    Slide 29 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Regel 6: religieuze en culturele begrippen
    Namen van religies en aanhangers van religies krijgen geen hoofdletter.
    christendom, islam
     
    Uitzondering --> Heilige begrippen
    God, Allah
    Bijbel (christendom), Koran (islam), Tenach (jodendom)

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    13. Wat is goed geschreven?
    A
    De christen las een stuk in de koran.
    B
    De christen las een stuk in de Koran.
    C
    De Christen las een stuk in de Koran.

    Slide 31 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    14. Dominee, Imam of Paus schrijf je met een hoofdletter.
    A
    Goed
    B
    Fout

    Slide 32 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    15. (....) gingen we naar de bioscoop.
    A
    'S middags
    B
    'S Middags
    C
    's middags
    D
    's Middags

    Slide 33 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    16. Wat is goed geschreven?
    A
    Noord-Holland
    B
    noord-holland
    C
    Noord-holland
    D
    noord-Holland

    Slide 34 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    17. Bij de (.....) kun je nu leuke (....) kopen.
    A
    Kruidvat, Kerstkaarten
    B
    kruidvat, kerstkaarten
    C
    Kruidvat, kerstkaarten
    D
    kruidvat, Kerstkaarten

    Slide 35 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    18. koning willem-alexander leest op prinsjesdag de plannen voor van de nederlandse regering.

    Slide 36 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    En nu?
    - zelfstandig maken instaptoets Grammatica hfdst.5
    - zelfstandig maken Gram.-5.1
    - goed bestuderen theorie Gram.-5.2

    Klaar? 
    - Begin met het maken van de opdrachten van Beter Spellen
    - Ga verder met vrij lezen

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Terugkoppeling
    Vragen?

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies