u1 les 3 grammaire -faire

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

• Voca

• les devoirs
  
• het werkwoord faire 

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik weer mijn eerste leesoefening gehad
  

Apprendre 2 - werkwoorden

rencontrer

attaquer

défendre

gagner

Apprendre 2 - werkwoorden

ontmoeten

aanvallen

verdedigen

winnen

wat is de vertaling van?

iedereen

zwaar

sterk

de blauwe plek

bang zijn

Les devoirs

nakijken exercice 6

werkwoorden jaar 1

être 

avoir

wat weten jullie nog?

werkwoord

faire = maken, doen

zie ook pagina 14 en 15 boek

Nous ... du sport.

1. faites
2. faisons
3. font
4. fait

L'élève ... ses devoirs.

1. font
2. faisons
3. fais
4. fait

Tu ... du tennis?

1. fais
2. fait
3. faisons
4. faites

Ils ... la cuisine.

1. fais
2. faisons
3. faites
4. font

Vous ... du hockey?

Je ... l'exercice.

Mes amis ... du foot.

Elle ... de la danse.

Vertaal:
Ik maak mijn huiswerk.

Vertaal:
Wij doen wiskunde.

zijn =

1. être
2. avoir

hebben =

1. être
2. avoir

La roue

Vervoeg het werkwoord faire.

exercice 8a

Écoute-moi et choisis la bonne réponse

au travail

exercices 8a, 8b, 8c, 8d

Les devoirs

afmaken exercices 8a, 8b, 8c, 8d, 10a

leren werkwoorden être, avoir, faire