Paragraaf 4.3 - Verbranding en het milieu

4.3 Verbranding en het milieu
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.3 Verbranding en het milieu

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van paragraaf 4.3
 
  • Je kunt voorbeelden geven van schadelijke stoffen voor het milieu die ontstaan bij verbranding. 
  • Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is. 
  • Je kunt uitleggen hoe een huis met een warmtepomp wordt verwarmd. 

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Je ziet regelmatig rook uit fabrieken of auto’s komen. Rook bevat stoffen die vrijkomen bij de verbranding van brandstoffen. Deze stoffen komen in de lucht terecht en kunnen schadelijk voor het milieu zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Verbranding en het milieu 
Als een stof verbrandt, komt er warmte vrij. Deze warmte wordt op verschillende plekken gebruikt. Bijvoorbeeld: 
 
  • het verbranden van aardgas om je huis te verwarmen; 
  • het verbranden van aardgas om eten te bereiden; 
  • het verbranden van benzine in de motor van een scooter; 
  • het verbranden van gas of steenkool in een elektriciteitscentrale.

Slide 4 - Tekstslide

Het verbranden van stoffen kan dus erg handig en praktisch zijn. Maar bij verbranding komen ook stoffen vrij die schadelijk zijn voor het milieu. Bij verbranding kunnen bijvoorbeeld stikstofoxiden en zwaveloxiden vrijkomen. Stikstofoxiden en zwaveloxiden veroorzaken verzuring van regenwater en smog. Verzuurd regenwater doodt vissen, planten en insecten. Smog ontstaat op hete, zomerse dagen als er geen wind waait. De luchtvervuiling in grote steden wordt dan niet weggeblazen, maar blijft hangen. Vooral astmapatiënten hebben veel last van de smog .

Slide 5 - Tekstslide

In de lucht zitten veel verschillende soorten stoffen.
Welke van deze stoffen is schadelijk voor de gezondheid van de mens?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
stikstofdioxiden
D
ozon

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Opwarming van de aarde 
Op het nieuws hoor je vaak over broeikasgassen en de opwarming van de aarde. Broeikasgassen, zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en ozon, komen van nature in de lucht voor en houden de warmte van de zon vast. Zonder deze broeikasgassen zou het op aarde gemiddeld 32 °C kouder zijn. Maar in de laatste 250 jaar zijn er veel meer broeikasgassen in de lucht gekomen. Dit komt door het verbranden van brandstoffen als steenkool, aardgas, benzine en diesel. Als deze brandstoffen verbranden, komt het broeikasgas koolstofdioxide vrij.

Slide 8 - Tekstslide

Dit zorgt ervoor dat er meer warmte wordt vastgehouden. Hierdoor is het klimaat op aarde de laatste 140 jaar geleidelijk opgewarmd. Dit effect wordt het versterkte broeikaseffect genoemd. De mens is de belangrijkste oorzaak van het versterkte broeikaseffect. Hierdoor stijgt de zeespiegel en wordt het weer op aarde extremer. Een deel van de aarde zal droger worden en een deel zal vaker te maken krijgen met wateroverlast.

Slide 9 - Tekstslide

Is de uitspraak juist of onjuist?
De warmte die vrijkomt bij een verbranding kun je nuttig gebruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Is de uitspraak juist of onjuist?
Bij de verbranding van brandstoffen komen alleen nuttige stoffen vrij.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Welke gassen houden de warmte van de zon vast en helpen zo mee aan de opwarming van de aarde?
A
zuurstof
B
ozon

Slide 12 - Quizvraag

In de lucht zitten veel verschillende soorten stoffen.
Welke van deze stoffen is schadelijk voor de gezondheid van de mens?
A
zwaveloxiden
B
ozon
C
waterdamp
D
koolstofdioxide

Slide 13 - Quizvraag

Welke gassen houden de warmte van de zon vast en helpen zo mee aan de opwarming van de aarde?
A
zuurstof
B
ozon
C
koolstofdioxide
D
methaan

Slide 14 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
Koolstofdioxide draagt bij aan het versterkte broeikaseffect.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
Door het versterkte broeikaseffect wordt het geleidelijk kouder op aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Welke van deze gassen zijn broeikasgassen?
A
waterdamp
B
ozon
C
zuurstof
D
ozon

Slide 17 - Quizvraag

Welke uitspraak is waar?
A Broeikassen houden de warmte van de zon vast
B De laatste 250 jaar zijn er minder broeikassen in de lucht gekomen
C Broeikassen komen van nature niet in de lucht voor.

Slide 18 - Open vraag

Aardgasvrij wonen 
In Nederland willen we steeds minder aardgas gebruiken. Het gebruik van aardgas draagt namelijk bij aan het opwarmen van de aarde vanwege de koolstofdioxide die bij de verbranding vrijkomt. Daarnaast veroorzaakt het gebruik van gas aardbevingen in de gebieden waar het uit de grond wordt gehaald. 

Slide 19 - Tekstslide

Binnenkort mogen nieuw te bouwen woningen geen aardgas meer verbruiken. Deze woningen zijn aardgasvrij en worden bijvoorbeeld met behulp van warmtepompen verwarmd. Een warmtepomp is een milieuvriendelijk alternatief voor een cv-ketel. Warmtepompen zijn speciale apparaten die warmte uit de lucht of het grondwater (aardwarmte) kunnen halen .

Slide 20 - Tekstslide

Warmtepomp
Een warmtepomp kan het water voor radiatoren opwarmen tot ongeveer 50 °C. Bij het gebruik van een warmtepomp geven de radiatoren dus minder warmte af dan een cv-ketel. Daarom moeten woningen met een warmtepomp zeer goed zijn geïsoleerd. Een woning blijft dan warm omdat er weinig warmte verloren gaat.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Uit welke bronnen kan een warmtepomp warmte halen?
A
lucht
B
aardgas
C
elektriciteit
D
grondwater

Slide 23 - Quizvraag

Waarom is een warmtepomp beter voor het milieu dan een cv-ketel?
A
Een warmtepomp verbrand minder aardgas
B
Een warmtepomp verbrand geen aardgas
C
Een warmtepomp kan het huis extra warm maken
D
Een warmtepomp verbruikt geen elektriciteit

Slide 24 - Quizvraag

Een warmtepomp verwarmt een huis door warmte van één plek te transporteren naar een andere plek.
Waar haalt de warmtepomp de warmte vandaan?
A
Een warmtepomp haalt de warmte uit de omgeving van het huis
B
Een warmtepomp haalt de warmte uit brandstoffen
C
Een warmtepomp haalt de warmte uit elektricitei
D
Een warmtepomp haalt de warmte uit de zonne-energie

Slide 25 - Quizvraag

Hoe draagt een warmtepomp bij aan een betere leefomgeving?
A
Een warmtepomp stoot geen broeikasgassen uit
B
Een warmtepomp is goedkoper in gebruik
C
Een warmtepomp verbruikt de helft minder aardgas dan een c.v. ketel

Slide 26 - Quizvraag

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 4.3 en maak de online opdrachten     
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!     
Hulp: Geen     
Tijd:  ???? minuten lang     
Huiswerk: opdrachten 1 tm 13 van paragraaf 4.3 & Test jezelf    
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 27 - Tekstslide