H3 po familiegeschiedenis_leerling23

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
20:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Lees in je leesboek. 
Boek vergeten?
Lees dan een stukje fictie of gedicht
uit het leerwerkboek.
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

PO familiegeschiedenis
Op Magister vind je in de ELO  
(Studiewijzers, werkwijzers en po's)
nog meer informatie over het po 
familiegeschiedenis:


- het po zelf
- de beoordelingsrubric



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Om te beginnen met je eerste interviewverslag:
Kies een onderwerp! 

- Zoek via Google naar informatie over een tijdsperiode 
                                                              (bv. Nederland in de jaren '80).
- Bedenk wat je wilt weten/onderzoeken over dat onderwerp.
- Schrijf je idee(en) op.

Bedenk interviewvragen!

- Kies voor open vragen i.p.v. gesloten vragen.                                                                                            Bedenk minimaal 10 vragen.


Slide 4 - Tekstslide

Interviewverslag  - achtergrondinformatie zoeken
onderwerp (thema) / ong. vier deelonderwerpen / illustraties

  



Inleiding: A Algemene beschrijving van de geinterviewde  - introductie
                                                                                                               - historische context
                    B Onderwerp (bv. onderwijs in de jaren '50)

Kernalinea's (deelonderwerpen)  - onderwijsvisie  (doel van onderwijs)
                                                                - organisatie  (klassen, leeftijd, opstelling lokaal)
                                                                - didactiek   (de manier van lesgeven)                
                                                                - pedagogiek  ( gezag docent en straffen)           
                                                                - kansengelijkheid (verschil jongens en meisjes)

Bedenk kortom wat je over je onderwerp wil weten: stel daar interviewvragen over
Tekstopbouw

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

In het voorwoord vertel je voor welk onderwerp (of onderwerpen) je hebt gekozen en waarom.
Introduceer hier ook de personen die je gaat interviewen. Plaats die personen (kort) binnen een historische context. Tot slot beschrijf je wat je verwachtingen over dit po zijn. 
Een voorwoord is een persoonlijke tekst, die je schrijft in de ik-vorm.


N.B. verwar een voorwoord niet met een inleiding! Het verschil is dat een inleiding meer inhoudelijk is en het voorwoord meer persoonlijk
Een voorwoord is ongeveer een half A4 lang. Je moet een voorwoord kort houden – maximaal 5 alinea’s – want de lezer moet namelijk wel geboeid blijven.

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw alinea
  • In een alinea staat meestal een kernzin -> geeft aan waar de alinea over gaat/ belangrijke informatie.

  • De rest van de alinea bestaat dan uit toelichting en/of voorbeelden bij de kernzin. 
  • Slide 10 - Tekstslide

    Opbouw alinea (2)

    • Begin de alinea met een inspringing: gebruik daarvoor de tab-toets. 
    • Start een alinea met (een) kernzin(nen) (1e en/of 2e zin). De kernzin(en) gaat/gaan over de algemene informatie, gevonden over jouw onderwerp.
    • De rest van de alinea bestaat dan uit; 
    • 1. een toelichting en/of voorbeelden bij de kernzin(nen). 
    • 2. citaten, voorbeelden en/of ervaringen van de geinterviewde(n).                                           N.b. schrijf je verslag in de derde persoon enkelvoud (hij/zij ....)

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Schrijftips
    1. Schrijf foutloos: geen spel- en formuleerfouten.
    2. Maak je zinnen niet te lang. 
    3. Bedenk goed waar een zin begint en eindigt. 
    4. Een zin begint niet met een voegwoord (terwijl, want, maar, en).
    5. Lees je tekst nog eens goed na.

    Slide 13 - Tekstslide

    Meer samenhang creëeren

    Slide 14 - Tekstslide

    In het nawoord heb je ruimte om te reflecteren en te evalueren. Het is belangrijk om stil te staan bij jouw ervaringen van de afgelopen periode. 

    Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? 
    Wat heb je geleerd? Wat zou je de volgende keer anders doen? Zijn je verwachtingen (zie voorwoord) uitgekomen? 
    Ook het nawoord is een persoonlijke tekst, die je schrijft in de ik-vorm.


    Een nawoord is ongeveer een half A4 lang. Je moet een nawoord kort houden – maximaal 5 alinea’s – want de lezer moet namelijk wel geboeid blijven.

    NA

    Slide 15 - Tekstslide