Heden verleden toekomst hoofdstuk 1 (paragraaf 1.1 en 1.2) (A6)

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 1
De prijs van tijd
(paragraaf 1.1 + paragraaf 1.2)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Heden verleden toekomst
hoofdstuk 1
De prijs van tijd
(paragraaf 1.1 + paragraaf 1.2)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van deze les kan jij: 
  1. de invloed bepalen van de individuele prijs van tijd en de rente op de beslissing om te sparen of te lenen


Slide 2 - Tekstslide

Individuele prijs van tijd
Het ongemak van uitstellen van een aankoop
De prijs van tijd
         Algemene prijs
         Individuele prijs van tijd (afhankelijk van iemands                                                                          voorkeur)


                                        Hoge tijdsvoorkeur: Nu besteden
                                        Lage tijdsvoorkeur : later besteden

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de waarde van tijd?

Tot nu toe in M1,2,3: 
iedere ruil vond meteen plaats, er werd niet geruild over de tijd!

Wat wordt er geruild? 
Consumptie        naar voren halen = lenen)
                                uitstellen (=sparen)

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00
Examenbundel opgave 1 blz 82

Wat moet je weten?
  • oorzaak :rente hypotheek
     gevolg : vraag naar woningen
    (Rente stijgt-> lenen wordt duur->vraag woningen daalt)
  • reële waarde wordt beïnvloed door
    de inflatie.
    inflatie->met hetzelfde bedrag minder kopen

zelfstandig: de opgave maken

Bespreken:
over 10 minuten 

Klaar? opgave 2 blz 83

Slide 6 - Tekstslide

Welke opgave vind je moeilijk?
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Welke factor bepaalt niet de individuele prijs van tijd?

A
Individuele voorkeur
B
Algemene prijs van tijd
C
Mate van risico-aversie
D
Type product

Slide 8 - Quizvraag

Startende ondernemers hebben doorgaans een .... individuele prijs van tijd
A
Lage
B
Hoge
C
Geen van beiden

Slide 9 - Quizvraag

Mensen met een hoge individuele prijs van tijd zijn risico-avers
A
onjuist
B
juist

Slide 10 - Quizvraag

De algemene prijs van tijd is 5%, je individuele prijs van tijd is 3%
A
je gaat sparen
B
je gaat lenen

Slide 11 - Quizvraag

De individuele prijs van tijd is ...
A
voor iedereen hetzelfde
B
gelijk aan de rente
C
hoger voor een 'ongeduldiger' iemand
D
gelijk aan het consumentensurplus

Slide 12 - Quizvraag

Welke factor bepaalt niet de individuele prijs van tijd?

A
Individuele voorkeur
B
Algemene prijs van tijd
C
Mate van risico-aversie
D
Type product

Slide 13 - Quizvraag



welke vragen heb je nog over het leerdoel:
1. Je kunt de invloed bepalen van de individuele prijs van tijd en de rente op de beslissing om te sparen of te lenen


Slide 14 - Open vraag