In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Pak je spullen:
Laptop
Biologie boek
Schrift voor aantekeningen
Pen
Mobiel in de tas!
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
1e uur:
Uitleg paragraaf 3.6/3.7: Opvoeding of aanleg
Zelfstandig werken aan 3.6/3.7
2e uur:
HAVO: Thema 4 Evolutie:
Paragraaf 4.1/4.2: Speciale overerving
VWO: Oefenen met kruisingsopgave
Slide 2 - Tekstslide
Paragraaf 3.6/3.7: Opvoeding of aanleg
Basisstof 7: Opvoeding of Aanleg?
Slide 3 - Tekstslide
Heb jij jouw intelligentie van jouw ouders?
Slide 4 - Woordweb
Leerdoelen
1. Je kunt het doel van tweelingonderzoek beschrijven
2. Je kunt verklaren dat epigenetica kan leiden tot een ander overervingspatroon dan volgens de wetten van Mendel
Slide 5 - Tekstslide
Nature-nurturedebat
Wordt ons gedrag meer bepaald door aangeboren of aangeleerde eigenschappen?
Slide 6 - Tekstslide
Nature
De eigenschappen van een individu zijn aangeboren, bepaald door aanleg.
Ieder kind dat geboren wordt heeft unieke eigenschappen door biologische en erfelijke factoren.
Slide 7 - Tekstslide
Nurture
De eigenschappen of gedrag van een individu zijn aangeleerd, door opvoeding bepaald.
Dit heeft te maken met de omgeving waarin iemand opgroeit en leeft, de opvoeding en verschillende omgevingsfactoren.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven
Slide 10 - Sleepvraag
Nature-nurture
Fenotype = milieu + genotype
Welke speelt een grotere rol?
Herhaling in generaties van: alcoholisme, huiselijkgeweld en misbruik.
Maar ook: creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid.
Slide 11 - Tekstslide
Wat denk jij dat de grootste rol speelt bij het bepalen van eigenschappen?
A
Nature!
B
iets meer nurture dan nature
C
iets meer nature dan nurture
D
Nurture!
Slide 12 - Quizvraag
Tweelingonderzoek
Een-eiige tweeling met hetzelfde genotype
(nature).
Onderzoek naar verschillen in fenotype als gevolg van het millieu.
(nurture)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Plot twist: Epigenetica!
Slide 15 - Tekstslide
Epigenetica
Bestudeert het mechanisme dat allelen in een organisme aan- en uitzet en de invloed van milieu factoren hierop
-> Epigenoom
Aan of uitzetten van genen
Slide 16 - Tekstslide
Epigenetica
Door epigenischte mechanisme (aan of uit zetten van genen) kunnen organismen kan zich snel aanpassen aan veranderingen in omgeving
Slide 17 - Tekstslide
Epigenetica
Eeneiige tweelingen later in hun leven duidelijkere verschillen in uiterlijk en gedrag
Genotype is gelijk, maar verschil in welke genen aan of uit staan
Slide 18 - Tekstslide
Epigenetica
In je celkern liggen chromosomen. Chromosomen zijn opgerolde DNA strengen om eiwit heen
Slide 19 - Tekstslide
Epigenetica
Op dat DNA liggen genen die coderen voor eiwitten. Als dat gen ''aan'' staat, wordt het gemaakt via de eiwitsynthese route. We noemen dit gen-expressie. Staat het gen uit. Dan is er Geen expressie.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Genregulatie
-Methylering: toegevoegd molecuul op delen van DNA.
-Zorgen voor wel of niet aflezen gen.
-Ook versterking of zelfs blokkering mogelijk.(enhancing en silencing).