Wi St A2 herh 2.5 en 2.15


woensdag
21 september
2022

welkom
allemaal!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les


woensdag
21 september
2022

welkom
allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

2.5 Ik heb gewerkt - Wij hebben gewoond

Slide 2 - Tekstslide

Met de tegenwoordige tijd praat je over nu

  • Ik werk tot 17:00 uur.
  • Wij wonen in Rotterdam

Slide 3 - Tekstslide

Praat je over vroeger, dan heeft het werkwoord een andere vorm

De volgende zinnen staan in de voltooide tijd.
Het 1e werkwoord is vaak een vorm van hebben. het 2e werkwoord in deze zinnen heet het voltooid deelwoord. Dit staat aan het einde van de zin.
Het begint met ge- en het heeft een t of een d aan het einde

Slide 4 - Tekstslide


Ik       heb         tot 17:00   gewerkt.
Jij      hebt      tot 17:00    gewerkt.
          Heb jij    tot 17:00   gewerkt?
U       heeft     tot 17:00    gewerkt.
Hij     heeft     tot 17:00    gewerkt.
Zij      heeft      tot 17:00  gewerkt.
Wij    hebben tot 17:00   gewerkt.
Jullie hebben tot 17:00  gewerkt.
Zij      hebben tot 17:00  gewerkt.

Slide 5 - Tekstslide


Ik        heb in Rotterdam         gewoond.
Jij       hebt in Rotterdam        gewoond.
          Heb jij in Rotterdam     gewoond?
U        hebt in Rotterdam        gewoond.
Hij      heeft in Rotterdam     gewoond.
Zij      heeft in Rotterdam      gewoond.
Wij     hebben in Rotterdam gewoond.
Jullie hebben in Rotterdam  gewoond.
Zij       hebben in Rotterdam gewoond.     

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je het voltooid deelwoord?
  1. Kijk naar het hele werkwoord.                          werken       wonen  Haal -en weg. Maak de ik-vorm                        werk             woon
  2. Laatste letter s, f, t, k, ch of p?                           werk             woon  JA    -> het voltooid deelwoord krijgt een t                                        NEE -> het voltooid deelwoord krijgt een d
  3. Schrijf ge- voor de ik-vorm en                      gewerkt     gewoond  een t of een d aan het einde

Slide 7 - Tekstslide

Is de laatste letter van de ik-vorm een t of een d? Dan krijgt het voltooid deelwoord geen extra of d.
Bijv.: wachten  ->  wacht  ->  gewacht

Je spreekt een d aan het eind uit als een t! Je kunt dus niet horen of je een voltooid deelwoord met een d of een t schrijft.

Het voltooid deelwoord van leven en reizen krijgt       een d:   geleefd en gereisd

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt de letters 
s, f, t, k, ch en p onthouden door het woord softketchup te leren!

Slide 9 - Tekstslide

Maak de voltooide
tijd

Slide 10 - Tekstslide

2.15 Jij hebt gegeten - wij zijn gegaan

Slide 11 - Tekstslide

Met de voltooide tijd kun je praten over vroeger
Je gebruikt in de voltooide tijd meestal hebben, maar soms zijn:
  • We hebben in de bergen gewandeld.
  • We zijn naar Domburg gewandeld.
  • We hebben 100 km gefietst.
  • We zijn naar Middelburg gefietst.
Staat het woord naar in de zin? Dan gebruik je bijna altijd zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Veel werkwoorden in de voltooide tijd zijn onregelmatig.

Je moet het voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden onthouden. Er is geen regel.

Slide 13 - Tekstslide

Sommige onregelmatige werkwoorden krijgen altijd zijn. Bijvoorbeeld:

zijn                Ik ben naar Frankrijk geweest.
komen         Jij bent naar Nederland gekomen.
beginnen   De les is begonnen.
worden       Wij zijn ziek geworden.
gaan             Zijn jullie met het vliegtuig gegaan?
blijven         Zij zijn in Nederland gebleven.

Slide 14 - Tekstslide

Gebruik de
voltooide
tijd

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen:
2 invul
2 spreekopdrachtenopdrachten

Slide 16 - Tekstslide

Examentraining les 22 Een woning zoeken

Slide 17 - Tekstslide

Luistervaardigheidstraining
Luistervideo A2 - les 22  tekst 1

Slide 18 - Tekstslide

luistervaardigheidstraining
- luistervideo A2 - les 22 tekst 2

Slide 19 - Tekstslide