Les 2: Soorten mengsels

H1 Mengsels
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Mengsels

Slide 1 - Tekstslide

1.2 Soorten mengsel
Deze les:

  • Goaley
  • opdr 6 t/m 12 bespreken / nakijken
  • 1.2 Soorten mengsels
  • VB P3 Goed en slecht oplosbare stoffen (15)
  • maken 1.2 opdr 17 t/m 24

Slide 2 - Tekstslide

1.2 Soorten mengsel
  • Goaley

Slide 3 - Tekstslide

1.2 Soorten mengsels
Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wanneer iets een zuivere stof is of wanneer iets een mengsel is.
  • Ik kan uitleggen of een stof een zuivere stof is of een mengsel is aan de hand van een grafiek.
  • Ik kan allerdaagse voorbeelden geven van verschillende soorten mengsels.

 

Slide 4 - Tekstslide

Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
1.2 Soorten mengsels

Slide 5 - Tekstslide

Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
1.2 Soorten mengsels

Slide 6 - Tekstslide

Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
  • Kristalsuiker is een voorbeeld van een zuivere stof.
1.2 Soorten mengsels

Slide 7 - Tekstslide

Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
1.2 Soorten mengsels

Slide 8 - Tekstslide

Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.
1.2 Soorten mengsels

Slide 9 - Tekstslide

Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.
  • Frisdranken zijn voorbeelden van mengsels.
1.2 Soorten mengsels

Slide 10 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering:
1.2 Soorten mengsels

Slide 11 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
1.2 Soorten mengsels

Slide 12 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie:
1.2 Soorten mengsels

Slide 13 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
1.2 Soorten mengsels

Slide 14 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing:
1.2 Soorten mengsels

Slide 15 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee
1.2 Soorten mengsels

Slide 16 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee
  4. suspensie:
1.2 Soorten mengsels

Slide 17 - Tekstslide

Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee
  4. suspensie: chocomelk
1.2 Soorten mengsels

Slide 18 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

1.2 Soorten mengsels

Slide 19 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
1.2 Soorten mengsels

Slide 20 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
1.2 Soorten mengsels

Slide 21 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
1.2 Soorten mengsels

Slide 22 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.
1.2 Soorten mengsels

Slide 23 - Tekstslide

Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.
of vloeistof/gas
1.2 Soorten mengsels

Slide 24 - Tekstslide

Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.

1.2 Soorten mengsels

Slide 25 - Tekstslide

Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

1.2 Soorten mengsels

Slide 26 - Tekstslide

Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

  • Een suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft.
1.2 Soorten mengsels

Slide 27 - Tekstslide

Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

1.2 Soorten mengsels

Slide 28 - Tekstslide

Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

  • Als je een suspensie een tijdje laat staan dan zakt de vaste stof naar de bodem.
  • We noemen dit bezinken.
1.2 Soorten mengsels

Slide 29 - Tekstslide

1.2 Soorten mengsel
AAN DE SLAG en HUISWERK

  • opdr 6 t/m 12 bespreken / nakijken
  • 1.2 Soorten mengsels
  • VB P3 Goed en slecht oplosbare stoffen (15)
  • maken 1.2 opdr 17 t/m 24

Slide 30 - Tekstslide