functie 3: eiwitstofwisseling
Uit aminozuren (aanvoer via poortader) worden nieuwe eiwitten opgebouwd
(bijv. voor bloedplasma nl : albumine, globulinen (stolling) en fibrinogeen)
Opbouw van enzymen (zijn ook eiwitten!) werkzaam in de lever
Overtollige aminozuren omgezet tot 'glucose' en verbrand (dissimilatie, levert energie)
Bij deze omzetting aminogroepen vrij : giftige ammoniak en dit wordt dan de afvalstof ureum.
Ureum wordt uitgescheiden door nieren