Als je het meewerkend voorwerp wilt vervangen, moet je dit door middel van een persoonlijk vnw doen:
mij, jou, hem, haar, ons, jullie, u, hen in het NL.
Je geeft een kado aan mijn vader.
-> Je geeft hem een kado.
Precies hetzelfde in het Frans.
me, te, lui, nous, vous, leur
Tu donnes un cadeau à mon père.
-> Tu lui donnes un cadeau.