2.3 Koopkracht HAVO

2. De rol van geld
2.3 Koopkracht
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. De rol van geld
2.3 Koopkracht

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Koopkracht

  • Je kunt de oorzaken van inflatie noemen.
  • Je kunt uitleggen dat inflatie een effect heeft op de koopkracht.
  • Je kunt de verandering van de koopkracht berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

2.3 Koopkracht
Inflatie
Het stijgen van het gemiddelde prijspeil in een land noem je inflatie

  • Oorzaken van inflatie zijn:

  • Kosteninflatie: een stijging van kosten wordt doorberekend in de prijs.

  • Bestedingsinflatie: doordat er veel vraag is naar een product omdat mensen meer aan het product willen besteden, stijgt de prijs van een product.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Inflatie wordt gemeten door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Slide 5 - Tekstslide

2.3 Koopkracht
Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen heet de koopkracht.
  • Je koopkracht wordt bepaald door inkomen en prijzen:

  • Prijzen en koopkracht:
  • Een stijging van de prijzen heeft een negatief gevolg op je koopkracht.
  • Een daling van de prijzen heeft een positief gevolg op je koopkracht.

  • Inkomen en koopkracht:
  • Een stijging van je inkomen heeft een positief gevolg op je koopkracht.
  • Een daling van je inkomen heeft een negatief gevolg op je koopkracht.

Slide 6 - Tekstslide

2.3 Koopkracht
Aan de slag!


Maken opgave: 22, 23, 25 & 26

Slide 7 - Tekstslide

2.3 Koopkracht

  • Je kunt de oorzaken van inflatie noemen.
  • Je kunt uitleggen dat inflatie een effect heeft op de koopkracht.
  • Je kunt de verandering van de koopkracht berekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2.3 Koopkracht
reëel inkomen
De verandering van je inkomen in euro’s is een verandering van het nominale inkomen.

Als je van de procentuele verandering van het inkomen het inflatiepercentage afhaalt dan hou je de verandering van de koopkracht over. Je hebt dan de verandering van het reëel inkomen uitgerekend.

Slide 10 - Tekstslide

Berekenen
Of

Oftewel:
RIC = NIC - PIC

Slide 11 - Tekstslide

2.3 Koopkracht
Aan de slag!


Maken opgave: 27, 28, 29 & 31

Slide 12 - Tekstslide

2.3 Koopkracht

  • Je kunt de oorzaken van inflatie noemen.
  • Je kunt uitleggen dat inflatie een effect heeft op de koopkracht.
  • Je kunt de verandering van de koopkracht berekenen.

Slide 13 - Tekstslide