68. Thema 7 week 2 Les 9 werkwoord afstemmen op onderwerp

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.

Slide 1 - Tekstslide

tegenwoordige tijd
  • De ik-vorm is de manier waarop je het werkwoord met het onderwerp ‘ik’ formuleert.
  • De hij-vorm is de ik-vorm van het werkwoord met een ‘t’ erachter.
  • De wij-vorm schrijf je hetzelfde als het hele werkwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


A
werk
B
werkt
C
werken

Slide 4 - Quizvraag


A
wens
B
wenst
C
wensen

Slide 5 - Quizvraag


A
loei
B
loeit
C
loeien

Slide 6 - Quizvraag



Hij veegt de vloer.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 7 - Quizvraag



Zij wordt binnenkort jarig.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 8 - Quizvraag



Hoor je de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 9 - Quizvraag

Welke 3 vormen heeft een werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Slide 10 - Open vraag



Hoort je broer de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 11 - Quizvraag



De slager slacht een koe.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 12 - Quizvraag



De klassen zijn gehalveerd.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 13 - Quizvraag


Het onderwerp is: jullie
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 14 - Quizvraag


Het onderwerp is: Marijke
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 15 - Quizvraag


Het onderwerp is: ik
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 16 - Quizvraag


Het onderwerp is: de dieren
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 17 - Quizvraag

Gebruik de ik-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!
Wij pellen de eieren.
Ik ..........................................

Slide 18 - Open vraag

Gebruik de hij-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!
Wij worden niet ziek.
Zij ..........................................

Slide 19 - Open vraag

Gebruik de wij-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!
Hij komt naar school.
Wij ..........................................

Slide 20 - Open vraag

Gebruik de HIJ-vorm van het werkwoord. Schrijf de hele zin op!
Wij brengen de boeken terug.
Hij ..........................................

Slide 21 - Open vraag

aan het werk
 
Thema 7, week 2
Les 9

40 x plussen

Slide 22 - Tekstslide