taalactief thema 4 les 16 groep 5

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.

Slide 1 - Tekstslide

tegenwoordige tijd
  • De ik-vorm is de manier waarop je het werkwoord met het onderwerp ‘ik’ schrijft.
  • De hij-vorm is de ik-vorm van het werkwoord met een ‘t’ erachter.
  • De wij-vorm schrijf je hetzelfde als het hele werkwoord.

Slide 2 - Tekstslide



Hij veegt de vloer.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 3 - Quizvraag



Zij wordt binnenkort jarig.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 4 - Quizvraag



Hoor je de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 5 - Quizvraag

Welke 3 vormen heeft een werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Slide 6 - Open vraag



Hoort je broer de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 7 - Quizvraag



De slager slacht een koe.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 8 - Quizvraag


Het onderwerp is: jullie
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 9 - Quizvraag


Het onderwerp is: Marijke
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 10 - Quizvraag


Het onderwerp is: ik
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 11 - Quizvraag


Het onderwerp is: de dieren
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 12 - Quizvraag

aan het werk
 
Thema 4, 
Les 16
Maak opdracht 2
Klaar: maak 2 keer je plusje (dit moet af gemaakt worden)!

Slide 13 - Tekstslide